Biobrandstof is een verzamelnaam voor brandstoffen die zijn gemaakt uit biomassa. Biodiesel is de meest bekende vloeibare brandstof voor transport, maar er bestaat ook bio-ethanol, biogas en bio-butanol. Sinds 12 oktober 2018 zijn de logo’s voor brandstof aan pompen in heel Europa hetzelfde.

De letter staat voor de soort brandstof:

E is bio-ethanol, B is biodiesel en LPG is Liquefied Petroleum Gas. Het cijfer staat voor het aandeel biobrandstof, respectievelijk 5, 10 en 7 procent. Het is technisch mogelijk om op 100% biobrandstoffen te rijden. Maar momenteel worden biobrandstoffen gemengd met fossiele brandstoffen. Dat wordt bijmenging genoemd.

Biodiesel
Biodiesel is een alternatief voor fossiele diesel. De Europese Unie heeft besloten dat het wegverkeer in Europa in 2020 voor 10 procent gebruik moet maken van hernieuwbare energie. In de praktijk betekent dit dat biodiesel wordt bijgemengd in ‘gewone’ fossiele diesel. De voornaamste reden voor deze verplichte bijmenging is de bijdrage aan de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Biodiesel wordt gemaakt uit:

  1. Afval en reststromen
    Het overgrote deel van de biodiesel op de Nederlands markt is gemaakt uit afvalstoffen en reststromen, bijvoorbeeld gebruikt frituurvet.
  2. Plantaardig materiaal
    Voor de productie van biodiesel wordt ook plantaardig materiaal gebruikt. Voorbeelden zijn raapzaad-, palm- en sojaolie.
  3. Dierlijk vet
    Voor de productie van biodiesel wordt ook dierlijk vet gebruikt: dit zijn slachtbijproducten. Het gaat om vetten die niet voor menselijke of dierlijke consumptie worden gebruikt.

Voor alle grondstoffen geldt dat ze moeten voldoen aan duurzaamheidseisen die zijn vastgesteld door de Europese Unie. Deze duurzaamheidseisen worden gecontroleerd door onafhankelijke experts.

Toepassingen
  • Biodiesel
Overheid en certificering

Overige informatie en branche organisaties