De verduurzaming van de scheepvaartsector komt langzaam op gang. Hoewel de maritieme sector goed is voor zo’n drie procent van de wereldwijde CO₂-uitstoot, blijft de overstap naar duurzame brandstoffen sterk achter bij andere sectoren. Toch liggen er kansen, vooral in het gebruik van biobrandstoffen. Een nieuw rapport van IEA Bioenergy laat zien dat deze brandstoffen technisch klaar zijn voor gebruik op zee, maar dat de praktijk nog achterblijft.
Biobrandstoffen zoals biodiesel, HVO en geavanceerde varianten op basis van lignocellulose kunnen in veel gevallen direct worden toegepast in bestaande scheepsmotoren. Dat maakt ze aantrekkelijk voor de korte en middellange termijn. In tegenstelling tot alternatieven als waterstof of ammoniak, waarvoor nieuwe motoren, bunkerinfrastructuur en veiligheidsprotocollen nodig zijn, kunnen biofuels vandaag al worden ingezet. Bovendien sluiten ze goed aan bij de emissiereductiedoelstellingen van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO).
Toch gebeurt dat nauwelijks. In de praktijk blijkt de inzet van biobrandstoffen op zee te stuiten op hardnekkige barrières. De kosten zijn een belangrijke factor. Fossiele brandstoffen zoals zware stookolie zijn goedkoop, mede doordat er in de internationale scheepvaart nog geen prijskaartje hangt aan CO₂-uitstoot. Zonder fiscale prikkels of bijmengverplichtingen kiezen reders voor de minst kostbare optie. Daarnaast speelt onzekerheid over regelgeving en lange-termijnbeschikbaarheid een rol. Reders en brandstofleveranciers durven vaak geen structurele afspraken te maken, omdat het beleid nationaal én internationaal te versnipperd is. Ook ontbreekt het in veel havens aan de infrastructuur die nodig is om biobrandstoffen op grote schaal te kunnen bunkeren.
Het rapport van IEA Bioenergy benadrukt dat er oplossingen zijn, maar dat deze samenwerking en durf vereisen. Internationale beleidsafstemming is essentieel om schaalvoordelen te creëren en investeringen aantrekkelijk te maken. Ook duidelijke certificering van duurzame herkomst kan het vertrouwen vergroten. Rederijen moeten weten waar de brandstof vandaan komt, hoe duurzaam deze echt is, en of de levering op termijn verzekerd blijft. Zonder die zekerheid blijven investeringen uit.
Nederland kan volgens het rapport een voortrekkersrol spelen. Met sterke havens en een groeiende biobased industrie heeft ons land alles in huis om een versnelling te realiseren. Dat vereist niet alleen technologische innovatie, maar ook beleidsmatige keuzes – en een bereidheid om vooruit te lopen op internationale afspraken. Alleen zo kunnen we de omslag maken van ambitie naar actie, en van potentie naar praktijk.
Bron: ieabioenergy.com