De Vlaamse biotech-startup Zymofix heeft een innovatieve technologie ontwikkeld om laagwaardige biomassareststromen, zoals agrarische resten, om te zetten in nuttige micro-organismen. Deze microben kunnen worden ingezet om de bodemgezondheid te verbeteren, vervuilende stoffen af te breken en traditionele chemische processen in diverse industrieën te vervangen. Dit werd recent toegelicht op op de site van VLAIO. Dankzij deze veelbelovende aanpak groeit het bedrijf snel en haalde het recent, naast steun van VLAIO, nog eens twee miljoen euro aan investeringskapitaal op om hun technologie verder op te schalen.
Een goedkoper en duurzamer alternatief
Volgens CEO Emile Redant richt Zymofix zich op het toegankelijk en betaalbaar maken van de productie van micro-organismen. Momenteel worden deze organismen voornamelijk geproduceerd in dure bioreactoren of via fermentatie op substraten zoals rijst. Dit maakt het proces kostbaar en niet altijd duurzaam.
Zymofix kiest voor een andere aanpak: ze verwerken goedkope, lokaal beschikbare biomassa, zoals digestaat, plantenresten en mest, met restwarmte en gebruiken dit als voedingsbodem voor de groei van micro-organismen. Op deze manier geven ze laagwaardige biomassa een tweede leven en verlagen ze tegelijkertijd de productiekosten.
Toepassingen in landbouw en industrie
Op dit moment richt Zymofix zich vooral op de landbouwsector. De door hen gekweekte micro-organismen helpen planten beter te groeien en beschermen gewassen zoals maïs, tarwe en suikerbiet tegen stressfactoren. Dit draagt bij aan een duurzamere landbouw met minder chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest.
Daarnaast ziet het bedrijf ook toekomst in andere sectoren. Hun technologie zou bijvoorbeeld kunnen bijdragen aan afvalverwerking en bioremediatie, waarbij schadelijke stoffen in de bodem en het water worden afgebroken door micro-organismen. Omdat de methode veelzijdig en schaalbaar is, kunnen op termijn maatwerkoplossingen worden geboden voor verschillende industrieën.
Schaalvergroting en marktvalidatie als volgende uitdaging
Met de recente kapitaalinjectie van twee miljoen euro zet Zymofix de volgende stap: het opschalen van hun technologie en de bouw van een eerste fabriek. Hoewel het bedrijf in het laboratorium en met een pilootinstallatie al heeft bewezen dat de methode werkt, brengt grootschalige productie nieuwe uitdagingen met zich mee, zoals warmteoverdracht en mogelijke verstoppingen in het proces.
Een andere uitdaging is het vinden van voldoende afnemers. Om hun producten succesvol op de markt te brengen, moet Zymofix aantonen dat hun micro-organismen minstens even goed werken als bestaande alternatieven. Daarvoor is wetenschappelijk onderzoek nodig.
Steun van VLAIO en Europese subsidie
Voordat de recente investering werd opgehaald, kon Zymofix al rekenen op steun van VLAIO, het Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen. Dit was essentieel voor de ontwikkeling van hun technologie, omdat Zymofix geen spin-off is van een universiteit of onderzoeksinstelling en dus volledig vanaf nul moest beginnen.
Dankzij VLAIO kon het bedrijf een haalbaarheidsstudie uitvoeren en een proof of concept ontwikkelen. Dit leidde niet alleen tot een volwaardig ontwikkelingsproject, maar hielp ook bij het binnenhalen van de Europese EIC Accelerator Grant, goed voor 2,5 miljoen euro aan extra financiering.