Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft in samenwerking met de Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een pilotonderzoek uitgevoerd naar het gebruik van biomassa als grondstof. Dit onderzoek, gebaseerd op data over het verslagjaar 2023, markeert een belangrijke stap in het monitoren van de transitie van fossiele grondstoffen naar hernieuwbare alternatieven.
De noodzaak om fossiele grondstoffen te vervangen door hernieuwbare bronnen staat centraal in de energietransitie. Producten zoals plastic, traditioneel vervaardigd uit aardolie, moeten in de toekomst meer gebruikmaken van biomassa. Om deze verschuiving te volgen, heeft de Europese Unie vanaf 2024 een verplichte uitbreiding toegevoegd aan de energiestatistieken: het monitoren van niet-energetisch biomassagebruik.
Het CBS voerde de pilot uit om inzicht te krijgen in de huidige situatie en om een methodologie te ontwikkelen waarmee deze ontwikkeling nauwkeurig gevolgd kan worden. De scope van het onderzoek richtte zich specifiek op toepassingen waarbij biomassa fossiele grondstoffen vervangt, zoals de productie van bioplastics. Toepassingen zoals biomassa in de bouw of textiel bleven buiten beschouwing.
Methodologie en uitvoering
Voor het onderzoek heeft het CBS 69 bedrijven benaderd, voornamelijk uit de chemische sector, waarvan 44 een vragenlijst hebben ingevuld. De vragenlijst was gericht op het vaststellen van biomassagebruik, het type biomassa, en de certificering. Daarnaast werd gekeken naar de herkomst van biomassa en de locatie van de conversieprocessen.
Om dubbel tellen te voorkomen, werd specifiek gelet op de rol van tussenproducten, zoals bio-ethanol. De expertise van RVO en feedback uit eerdere enquêtes werden benut om de juiste doelgroep te selecteren. De kwalitatieve inzichten uit gesprekken met bedrijven boden aanvullende informatie over technologische en commerciële uitdagingen.
Belangrijkste bevindingen
Uit het onderzoek blijkt dat in 2023 slechts een klein aantal bedrijven (9 procent) biomassa als grondstof heeft gebruikt. De meeste bedrijven geven echter aan dat ze bezig zijn met onderzoek en technologieontwikkeling om biomassa in hun processen op te nemen. Een belangrijke barrière is de hogere kostprijs van biogebaseerde producten, waarvoor klanten vaak nog niet bereid zijn extra te betalen.
De meeste bedrijven die biomassa inzetten, maken gebruik van ISCC+ of ISCC EU-certificeringen. Een andere uitdaging is dat de conversie van biomassa naar eindproducten vaak buiten Nederland plaatsvindt, wat betekent dat dit gebruik niet in de binnenlandse energiestatistieken wordt opgenomen.
Conclusies en aanbevelingen
Hoewel biomassa in 2023 slechts beperkt als grondstof werd ingezet, zijn er duidelijke tekenen dat de industrie stappen zet richting hernieuwbare grondstoffen. Om deze transitie te blijven volgen, zal het CBS jaarlijks een enquête uitvoeren en de samenwerking met de sector intensiveren. Daarnaast onderzoekt het CBS aanvullende databronnen, zoals de ISCC-database, om de betrouwbaarheid van toekomstige analyses te vergroten.
De resultaten van dit onderzoek zijn niet alleen relevant voor nationale statistieken maar worden ook gedeeld in Europees verband. Daarmee draagt Nederland bij aan de gezamenlijke ambitie om de overstap naar een duurzame grondstoffenbasis te realiseren.
Het volledige rapport is te lezen op CBS.nl