De uitdagingen op het gebied van verduurzaming en de groeiende bouwopgave vragen om innovatieve oplossingen. Biobased bouwen is een veelbelovende ontwikkeling die niet alleen bijdraagt aan een circulaire economie, maar ook kansen biedt voor het reduceren van CO2-uitstoot en het verbeteren van de leefomgeving. Voor TNO is biobased bouwen een belangrijk speerpunt, waarbij volop wordt geïnvesteerd in onderzoek en innovatie om hout- en biobased materialen optimaal te benutten. Om experimenten nog beter uit te voeren, staat er een uitbreiding van het Bouwlaboratorium van TNO op de planning. Binnen dit laboratorium wordt gewerkt aan diverse innovaties die de biobased bouwsector vooruit helpen.
Een van de ontwikkelingen is circulaire hoogbouw in hout. Hoewel houtbouw al geruime tijd in trek is, blijft hoogbouw in hout nog altijd een uitdagend terrein. TNO richt zich op de mogelijkheden om met circulair of inlands hout grondgebonden en gestapelde bouw te realiseren. Daarbij ligt de focus op de sterkte, levensduur en kosten van deze materialen in vergelijking met conventionele bouwmaterialen.
Daarnaast is betaalbaarheid van biobased materialen een belangrijk aandachtspunt. Door huidige regelgeving wordt hout in dragende constructies vaak overgedimensioneerd, wat leidt tot onnodig materiaalgebruik en hogere kosten. TNO voert sterkteberekeningen en tests uit om nauwkeurig te bepalen welke hoeveelheid materiaal nodig is om aan alle sterkte-eisen te voldoen. Dit kan niet alleen de kosten drukken, maar maakt biobased bouwen ook toegankelijker.
Ook in de bestaande bouw biedt biobased isolatie grote kansen. Waar toepassing in nieuwbouw inmiddels bewezen is, ligt er bij bestaande bouw nog een uitdaging, met name vanwege vochtgevoeligheid. TNO onderzoekt de invloed van vocht op de levensduur van biobased isolatiematerialen door middel van versnelde verouderingstests. Zo wordt duidelijk hoe deze materialen zich gedragen en welke innovaties kunnen bijdragen aan een langere levensduur.
De potentie van gewassen zoals hennep, vlas en stro voor de productie van biobased plaatmateriaal is eveneens veelbelovend. Hoewel er al producenten actief zijn, is opschaling noodzakelijk om aan de toenemende vraag te voldoen. TNO werkt aan het ontwikkelen en testen van 0-series, waarmee onderzocht wordt hoe gewassen optimaal kunnen worden ingezet en welke eigenschappen ze geschikt maken voor specifieke toepassingen. Elk gewas heeft unieke kwaliteiten en het vinden van de juiste balans tussen productie en rendabiliteit is cruciaal.
Een belangrijk knelpunt bij biobased bouwen zijn de geldende bouwregels en normen, die grotendeels zijn opgesteld voordat innovatieve biobased materialen beschikbaar waren. Hoewel deze regels zorgen voor veilige en betrouwbare gebouwen, vormen ze soms een belemmering voor de toepassing van nieuwe materialen. TNO werkt aan oplossingen zoals CE-markering en het ontwikkelen van methoden om biobased materialen te toetsen aan bestaande normen. Dit opent de deur voor bredere acceptatie en toepassing van biobased bouwinnovaties.
Tot slot richt TNO zich op dragende constructies, waarin traditioneel veel staal en beton wordt gebruikt. De toekomst ligt echter in biocomposieten met biobased vezels en lijmen. Deze materialen bieden niet alleen vergelijkbare constructieve eigenschappen, maar zijn ook vele malen efficiënter in grondstoffengebruik. Zo levert een hectare vezelgewas aanzienlijk meer materiaal op dan een hectare bos, wat nieuwe kansen biedt voor duurzame bouwpraktijken.
Bron: TNO