Eén van de eerste gemeenten in Denemarken onderzoekt het potentieel van biochar om CO₂-uitstoot te verminderen en de stedelijke omgeving te verbeteren met een EU-gesubsidieerd experiment.
De Deense gemeente Vallensbæk zet een innovatieve stap in haar klimaatbeleid met een proefproject waarin het gebruik van biochar in stedelijke beplanting wordt getest. Het doel? Verminderde water- en onderhoudskosten én een bijdrage aan de klimaatdoelen van de gemeente door CO₂ langdurig in de bodem vast te leggen. Het experiment maakt deel uit van het EU-project Power Bio en omvat 24 testbedden langs twee straten in de gemeente. De helft van de bedden is verrijkt met gecertificeerde biochar, terwijl de andere helft als controlebedden dient. Het onderzoek moet aantonen in hoeverre biochar kan bijdragen aan duurzame stedelijke groenvoorziening.
Wat is biochar?
Biochar is een product van pyrolyse, een proces waarbij biomassa onder hoge temperaturen en zonder zuurstof wordt verhit. Het materiaal staat bekend om zijn vermogen om water en voedingsstoffen in de bodem vast te houden en CO₂ tot honderden jaren op te slaan. Vallensbæk hoopt dat deze specifieke toepassing van biochar niet alleen helpt bij klimaatmaatregelen, maar ook bijdraagt aan efficiëntere hulpbronnen en de overlevingskansen van planten tijdens droge periodes vergroot.
June Thomsen, klimaatcoördinator bij Vallensbæk, legt uit: “Net als vele andere gemeenten heeft Vallensbæk ambitieuze klimaatdoelen waaraan we voortdurend werken. Biochar zou een belangrijk hulpmiddel kunnen zijn in onze inspanningen om CO₂-uitstoot te verminderen. We hopen dat onze ervaring met deze proef laat zien hoe we groene ruimtes kunnen creëren die zowel bijdragen aan onze klimaatdoelen als aan een efficiënter gebruik van middelen.”
Een onderdeel van een breder EU-initiatief
Het experiment van Vallensbæk is onderdeel van het Power Bio-project, dat samen met 23 andere gemeenten, bedrijven en onderzoeksinstellingen werkt aan innovatieve, groene methoden voor het verwerken van biomassa, zoals gras en aangespoeld zeewier. Luna Naja Rosendal Katz, projectleider bij Gate 21, benadrukt: “Vallensbæk loopt voorop in Denemarken bij het testen van biochar. De resultaten zullen inzicht geven in de impact op onderhoudskosten, klimaat en plantengroei. We kijken ernaar uit om te zien of dit model kan worden opgeschaald naar andere gemeenten in Denemarken en Zweden.”
Hoe werkt de test?
Voor meetbare resultaten heeft Vallensbæk 24 verhoogde plantenbedden van cortenstaal aangelegd. De helft bevat een mix van biochar, grind en teelaarde, terwijl de andere helft als controle fungeert. De bedden zijn zo geplaatst dat ze dezelfde hoeveelheid zon, regen en droogte ervaren. Dit maakt het mogelijk om verschillen in waterbehoefte, groei en onderhoud tussen de bedden nauwkeurig te meten. Ingenieursadviesbureau Sweco monitort het experiment. De uitkomsten kunnen worden gebruikt om een businesscase te ontwikkelen voor het toepassen van biochar in toekomstige groene infrastructuurprojecten.
Bron en foto: Vallensbaek.dk