De Europese textielsector heeft de afgelopen decennia een flinke klap gekregen door concurrentie van goedkopere Aziatische producenten. Maar er gloort hoop aan de horizon. Volgens Sanabel Abdulbawab, onderzoeker duurzame textielketens bij Wageningen Food & Biobased Research, kan Europa een nieuwe, duurzame textielsector ontwikkelen door te investeren in natuurlijke biobased vezels. “Europa kan het voortouw nemen in de transitie naar een biobased textielindustrie,” stelt Abdulbawab.
De internationale textielketen
Tegenwoordig wordt kleding geproduceerd in complexe internationale ketens. Vezels worden in het ene land geproduceerd, in een ander land verwerkt en uiteindelijk elders gesponnen en tot textiel verwerkt. Europa speelt hierin slechts een kleine rol. Lagere lonen, lagere productiekosten en minder strenge regelgeving in andere delen van de wereld maken concurrentie lastig. Bovendien bestaat tweederde van het huidige textiel uit kunststof polyester, grotendeels gecontroleerd door enkele grote spelers op de wereldmarkt.
De kracht van natuurlijke vezels
Volgens Abdulbawab ligt Europa’s toekomst in de productie van natuurlijke, duurzaam geproduceerde vezels. Vezelrijke gewassen zoals vlas, hennep, brandnetel, en kunstmatige cellulosevezels kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Daarnaast zijn er in Europa al bedrijven actief in het recyclen van afgedankt katoen, zoals Saxcell uit Enschede. Dit bedrijf zet textielafval om in lyocell, een biobased cellulosevezel, via een innovatief chemisch procedé.
Naast recycling biedt biobased polyester, gemaakt van planten, mogelijkheden als nicheproduct. Hoewel het spinnen en verven van vezels mogelijk buiten Europa plaatsvindt, kan controle over de productie van vezels en hulpbronnen de EU helpen haar marktpositie terug te winnen.
Uitdagingen en kansen
De uitdaging blijft de prijs. Kleding van biobased vezels is momenteel duurder dan goedkope polyester alternatieven uit Azië. Dit polyester textiel is vaak van matige kwaliteit, wat leidt tot overconsumptie en afval. Jaarlijks gebruikt de gemiddelde Europeaan 26 kilo textiel en gooit 16 kilo weg, waarvan het merendeel wordt gestort, verbrand of geëxporteerd naar lagelonenlanden. Slechts 10% wordt gerecycled, en chemische recycling van gemengd textiel is nog te complex en duur.
Toch biedt de overgang naar duurzame materialen kansen. Abdulbawab ziet een belangrijke rol voor de Europese Unie: “Met wetgeving en subsidies kan de EU producenten ondersteunen. Denk aan subsidies voor vezelproductie uit hennep, belasting op fossiele vezels en het stimuleren van hergebruik van PET in meubels.”
Innovatie in de spotlights
Innovatie speelt een cruciale rol in deze transitie. Tijdens de recent georganiseerde Rethink Textile Hackathon van Wageningen University & Research, presenteerden studententeams innovatieve toepassingen voor textiel uit natuurlijke grondstoffen en afval. Abdulbawab benadrukte tijdens haar presentatie op de slotdag het belang van zulke initiatieven om de industrie vooruit te helpen.
“Europa heeft de kans om een wereldleider te worden in duurzame textielproductie,” besluit Abdulbawab. “De weg is uitdagend, maar met de juiste beleidsmaatregelen, innovatie en focus op natuurlijke vezels kan de EU een nieuwe, groene textielsector opbouwen.”
Bron: WUR