Chemieconcern BASF zet een duidelijke stap richting biotransformatie van hun (meth)acrylaatportfolio door vanaf het vierde kwartaal van 2024 over te schakelen op de productie van bio-gebaseerde ethylacrylaat (EA). Dankzij een traceerbare C14-biocontent van 40 procent (DIN EN 16640) brengt dit de Product Carbon Footprint (PCF) met 30 procent omlaag in vergelijking met EA op basis van fossiele grondstoffen.
Naast de reguliere bio-gebaseerde EA biedt BASF ook een variant genaamd bio-gebaseerde Ethylacrylaat BMB ISCC Plus aan. Bij deze variant is de resterende koolstofinhoud, afkomstig van fossiel-gebaseerd acrylzuur, ISCC PLUS-gecertificeerd. Door de toepassing van BASF’s biomassabalans (BMB2)-aanpak wordt de ‘carbon footprint’ van dit product verder verlaagd.
De bio-gebaseerde EA van BASF wordt geproduceerd in Ludwigshafen, waarbij uitsluitend bio-ethanol wordt gebruikt als alcoholbron. De chemische en technische specificaties van dit nieuwe product zijn identiek aan die van de traditionele fossiel-gebaseerde versie. “Met bio-gebaseerde EA kunnen we onze klanten een direct inzetbare oplossing bieden voor veel toepassingen. Ethylacrylaat is een goed ingeburgerd product dat onze klanten zal helpen hun duurzaamheidsdoelen te bereiken. We willen ook een duidelijk signaal geven aan de markt dat we onze eigen duurzame transformatie serieus nemen. Vanaf Q4 2024 zullen we fossiel-gebaseerde EA geleidelijk uitfaseren en uitsluitend bio-gebaseerde ethylacrylaat aanbieden,” aldus Dr. Reiner Geier, Senior Vice President Industrial Petrochemicals Europe.
BASF’s bio-gebaseerde Ethylacrylaat maakt gebruik van duurzame bio-ethanol, voornamelijk afkomstig van Europese bronnen, waarbij graan als grondstof wordt gebruikt. BASF hanteert strikte duurzaamheidscriteria voor het gebruik van biomassa. De bio-ethanol die BASF inkoopt, concurreert niet met voedselproductie: het wordt voornamelijk geproduceerd uit restproducten van zetmeelproductie, graan van lagere kwaliteit of melasse, die allemaal niet worden gebruikt voor voedselproductie. Ook graan dat niet geschikt is voor gebruik als voedsel of veevoer, kan worden gebruikt voor de productie van bio-ethanol.
Bron: BASF