Als klein land is Nederland afhankelijk van de import van schaarse (bio)grondstoffen, maar zoekt daarnaast ook naar systemen waarmee we zo efficiënt mogelijk met biogrondstoffen om kunnen gaan. Dit betekent in het nationaal beleid dat we biogrondstoffen zo hoogwaardig mogelijk in willen zetten. Te weten in de industrie voor vervanging van fossiele grondstoffen, in materialen en chemicaliën en als (bio)brandstoffen waarbij we de verbranding ervan willen afbouwen[1]. Dit afbouwen zal op een zorgvuldige manier moeten gebeuren zodat sectoren die niet met zon, wind of waterstof voorzien kunnen worden ook nog energie kunnen krijgen. Daar kan bio-energie nog een belangrijke rol spelen. Deze transitie zal ook internationaal verankerd moeten zijn.
Zowel het IEA, in het net-zero scenario, en IRENA, in de World Energy Transition Outlook (2023)[2], laten zien welke rol de verschillende technologieën wereldwijd zullen moeten spelen om in 2050 net-zero te bereiken. Uit deze scenario’s blijkt dat bio-energie tussen de 15 á 20% van het totaal bij moet dragen willen we dit doel bereiken. Voor de industrie is ook de vervanging van fossiel als grondstof van belang zoals door het NOVA instituut aangegeven, die in haar exploratief scenario voor de chemische industrie een mogelijke reductie van 90% fossiel Embedded Carbon naar 0% in 2050 laat zien[3].
Hoewel biogrondstoffen beleidsmatig in scenario’s verankerd zijn, vraagt de ontwikkeling en uitrol nog de nodige (inter)nationale inspanningen. Zowel binnen de IEA (via de IEA Bio-energy TCP[4]) als IRENA heeft dit de aandacht. Daarnaast hebben ook een aantal landen na het Parijs akkoord in 2015 afgesproken de energie transitie te versnellen via de CEM: Clean Energy Ministerial en MI: Mission Innovation. Onder de CEM is het Biofuture Initiative/Campaign[5] bezig de industrie te helpen om onzekerheden weg te nemen rondom de beschikbaarheid van duurzame biomassa, de Carbon accounting en publieke acceptatie. Onder MI is de Integrated Biorefineries Mission[6] actief, waar Nederland samen met 6 landen (Canada, UK, Brazilie, India en de Europese Commissie) werkt aan versnelde ontwikkeling van biobrandstoffen (o.a. SAF) en biobased chemicaliën. Deze versnelling wordt gerealiseerd via het creëren van samenwerking via missies, webinars en gezamenlijke projecten.
Het gaat hier om een complexe transitie, waarbij over de gehele keten zorgvuldig geacteerd moet worden. Duurzame biomassa productie vraagt om aandacht voor lokale condities (bodem, water, klimaat, socio-economisch). Daarbinnen kunnen wereldwijd veel reststromen of nieuwe of verbeterde gewassen gevonden worden die hoogwaardiger kunnen worden ingezet.
Aan de output kant is het complex omdat er kansen zijn voor zowel hoogwaardige biobased commodities voor chemie en transport, maar ook voor fine chemicals die direct uit biogrondstoffen gewonnen kunnen worden. Via de Integrated Biorefineries Mission wordt samen met de internationale industrie naar deze optimale verwaarding gezocht. In Canada gaat het om verbreding van de output voor de pulp & paper industrie, Brazilië en India hebben veel reststromen en ook veel ervaring met suikerriet, waarop voortgebouwd kan worden. Recent opende het Indiase bedrijf Godavari een biochemical plant[7] die de basisgrondstoffen voor Nederlandse (Europese) verf producenten maakt. Binnen Europa werkt het CBE-JU actief aan de verdere ontwikkeling. Deze ontwikkeling is kostbaar, met name voor het realiseren van pilots en demo’s, zodat daarin zoveel mogelijk gezamenlijk opgetrokken moet worden, één van de actiepunten binnen de Integrated Biorefineries Mission. Ook via bestaande technologieën en nieuwe ontwikkelingen zijn er marktkansen voor de industrie. Onbenut organisch afval ligt op stortplaatsen of akkers te verrotten en leiden tot methaanemissies met een sterke bijdrage tot klimaatverandering. Met financiële ondersteuning via bijv. een Carbon Credits programma voor het opvangen van stortgas en omzetten in energie zijn financieel haalbare projecten te realiseren. Dat geldt ook voor veel andere afvalverwerkingsprojecten. Ook groeit wereldwijd de vraag naar duurzaam transport via verplichtingen of via internationale afspraken zoals bij aviation (SAF). Aan een regulerende ondersteuning voor biobased chemicals wordt momenteel gewerkt. Er blijkt een groeiende vraag naar en productie van bijv. biobased plastics in alle landen aangesloten bij de Integrated BIorefineries Mission[8]. Internationaal zijn er dus zowel marktkansen als samenwerkingsmogelijkheden.
[1] NPE Nationaal Programma Energievoorziening, file (overheid.nl)
[2] World Energy Transitions Outlook 2023 (irena.org)
[3] Explorative scenario for a global net-zero chemical industry in 2050, Update October 2023 – Renewable Carbon News (renewable-carbon.eu)
[4] Bioenergy – International Collaboration in Bioenergy (ieabioenergy.com)
[5] BioFuturePlatform – Accelerate the transition to a global bioeconomy
[6] Integrated Biorefineries – Mission Innovation (mission-innovation.net)
[7] Inauguration of Specialty Chemicals Plant at Sakarwadi by Padma Vibhushan Prof. M. M. Sharma and Hon’ble Mr. Bart De Jong, Consul General of Netherlands in Mumbai | Godavari (godavaribiorefineries.com)
[8] Integrated Biorefineries Mission: overzicht | LinkedIn
Over de auteur
Kees Kwant
Netherlands Enterprise Agency (RVO)
Kees Kwant is a Senior Expert on Bioenergy and Circular Biobased Economy at the Netherlands Enterprise Agency (RVO), a department of the Ministry of Economic Affairs and Climate in the Netherlands. He primarily links researchers and industry to help develop the circular biobased economy and bioenergy in the Netherlands and abroad. He is Member CEM Biofuture Initiative and leads the Mission Innovation Mission Integrated Biorefineries as Mission Director.