Zon, wind en biomassa: bijna de helft van de productie van elektrische energie in Nederland kwam in 2023 uit hernieuwbare bronnen. Dit meldt het CBS op basis van voorlopige cijfers.
Volgens het CBS steeg de productie van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen met 21 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Het aandeel van hernieuwbare bronnen in de totale elektriciteitsproductie bedroeg 48 procent over het hele jaar, met zomermaanden zoals juli die zelfs meer dan de helft van de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen haalden.
De verschuiving naar hernieuwbare energie wordt verder onderstreept door de daling van de elektriciteitsproductie uit fossiele brandstoffen, die een afname van 12 procent liet zien ten opzichte van het voorgaande jaar. Met name de productie uit kolen verminderde met 38 procent.
Biomassa, hoewel nog steeds een belangrijke bron van hernieuwbare energie, zag een daling van 1,7 miljard kWh in energieopwekking ten opzichte van het voorgaande jaar. Deze daling werd deels veroorzaakt door verminderd gebruik van biomassa in kolencentrales.
Windenergie is de de sterkste stijger, met een toename van 35 procent ten opzichte van het voorgaande jaar, goed voor 29 miljard kWh. Deze groei wordt toegeschreven aan een uitbreiding van windmolenparken op zowel land als zee. Zonne-energie zag ook een aanzienlijke stijging, met een toename van 24 procent in elektriciteitsproductie dankzij een groter aantal zonnepanelen, wat resulteerde in een totale productie van 21 miljard kWh.
Naast de toename van de binnenlandse productie exporteerde Nederland ook meer elektriciteit, waarbij het grootste deel naar Duitsland ging, gevolgd door België en het Verenigd Koninkrijk. Deze groei in export werd deels gestimuleerd door de sluiting van de laatste kerncentrale in Duitsland. Ondanks een toename van de invoer, die steeg met 5 procent tot 19 miljard kWh, lag de uitvoer hoger voor het tweede opeenvolgende jaar.
Bron CBS