Afgelopen dinsdag 30 januari kreeg de Tweede Kamer een petitie aangeboden tegen grootschalige kap van bomen. Deze petitie kreeg steun van 30 verschillende actiegroepen en werd ruim 36.000 keer ondertekend. Het omzagen van een boom doet veel mensen pijn. Dit is onder andere af te leiden aan de weerstand en het verzet tegen het kappen van bomen dat de afgelopen jaren onmiskenbaar is gegroeid.
De petitie “Stop grootschalige kap van bomen” doet suggereren dat in Nederland nú meer bomen worden gekapt dan vroeger. Of dit juist is valt te bezien. Laten we daarom eens kijken naar waar en waarom bomen zoal worden gekapt. In Nederland worden bomen om verschillende redenen gekapt. Ik noem houtproductie, landschapsbeheer, wegbeheer (veiligheid) en natuurontwikkeling. Maar er zijn er meer, ook voor verbreding van wegen en bebouwde omgeving worden soms bomen gekapt. In bos worden evenwel de meeste bomen gekapt. In Nederland hebben we ruwweg twee soorten bos, natuurbos en multifunctioneel bos. In natuurbos vindt hoegenaamd geen houtoogst plaats. In multifunctionele bossen is naast natuur, recreatie ook houtproductie een doelstelling.
In de discussie over houtoogst wordt soms gesuggereerd dat bomen worden gekapt om economische motieven. Met de houtopbrengst kan de boseigenaar het beheer en onderhoud (gedeeltelijk) bekostigen. Als we naar het financieel rendement van bosbeheer kijken dan hoef je overigens niet jaloers te zijn op de boseigenaar, want bosbeheer is niet bijster lucratief. In een rapport van de Wageningen Universiteit zijn bedrijfsresultaten in 2021 van bosbedrijven van 50 ha en groter gepubliceerd. Daaruit blijkt dat de gemiddelde boseigenaar in de periode van 2015 tot 2019 gemiddeld een bedrijfsresultaat kende van nog geen € 15,- per ha. Het bedrijfsresultaat schommelde tussen +38 en -10 euro per ha.
Ook worden beheerders soms verweten dat bomen worden omgehakt omdat biomassa nodig zou zijn als brandstof voor kolencentrale of andere biomassa-installaties. Als een boom wordt omgezaagd is de stam verkoopbaar als grondstof voor het maken van producten. Hetgeen overblijft zijn de takken en de toppen van de bomen. Deze worden soms versnipperd omdat ze afgevoerd moeten worden. Het zijn reststromen. Het rondhout wordt ingezet om er balken, planken, platen (OSB of MDF) of papier van te maken. De opbrengsten van dit zogenaamde rondhout zijn hoger en de kostprijs is lager dan van houtsnippers (biomassa). Dat wil niet zeggen dat er geen takken en toppen van bomen worden toegepast voor bio-energie, maar bomen worden niet alleen en enkel om die reden gekapt.
De eerder genoemde multifunctionele bossen worden in Nederland op natuurvolgende en duurzame manier beheerd. Dat wil zeggen dat gebruik wordt gemaakt van natuurlijke verjonging en dat bossen zo worden beheerd dat ook volgende generaties de bossen kunnen gebruiken voor toekomstige behoeften. Daarom worden bossen zo beheerd dat ook in de toekomst hout beschikbaar is. Dat is nodig omdat we fossiele en andere niet-hernieuwbare grondstoffen willen gebruiken, en juist meer hernieuwbare grondstoffen, zoals hout. Het bos moet dus niet worden uitgeput als het om houtproductie gaat. Daarom wordt in een bosgebied minder hout geoogst dan er bijgroeit.
Als we het oogstniveau van 2021 (785.000 m3) afzetten tegen de oogst in de jaren 2013-2017 (gem. ca. 1.100.000 m3), dan valt te concluderen dat het actuele oogstniveau lager is dan in het verleden. De samenvatting is dat de hoeveelheid hout (de staande houtvoorraad) in het Nederlandse bos toeneemt en dat minder dan voorheen wordt geoogst. Daarmee wil ik zeggen dat het beeld wordt opgeroepen over de massale houtkap in het bos niet strookt met de realiteit als we naar het Nederlandse bos kijken.
Er wordt echter niet alleen hout geoogst binnen de context van multifunctionele bossen. Ook in natuurgebieden en het landschap worden bomen, bosschages en bomen beheerd. Daar waar het om Natura2000 gebieden gaat worden soms bomen verwijderd omwille van de ontwikkeling van biodiversiteit. Dat gaat soms gepaard met het rooien van oppervlaktes met bomen. Hoewel de absolute omvang van de omvormingen in hectares uitgedrukt in beginsel nog wel meevallen en gecompenseerd moeten worden met aanleg van nieuw bos elders, roept het rooien van grotere oppervlaktes bos wel een vernietigend beeld op. In mijn beleving wordt bij het plannen en uitvoeren van omvormingsmaatregelen onvoldoende stilgestaan bij het punt dat mensen zich verbonden voelen met ‘hun’ bomen.
We zijn op een punt aangekomen dat door omvormingsmaatregelen (van bos voor andere natuur) de weerstand tegen alle houtoogst heeft aangewakkerd. Ook in bossen waarin houtoogst op een duurzame manier plaatsvindt. De behoefte aan hout neemt toe, voor de bouw, maar voor biobased materialen. Er moet dus niet minder maar méér hout worden geproduceerd. Op een duurzame manier en mét draagvlak. Vanuit oogpunt van duurzaam beheer moet er rekening worden gehouden van belangen van burgers, zeker als sprake is van bosomvorming. We moeten bos niet langer beschouwen als een vorm van natuur die zondermeer inwisselbaar is voor andere natuur.
We hebben hout nodig. En daarvoor zullen we bomen moeten omzagen. Nu en in de toekomst. Dat doet pijn bij mensen en laten we daarmee rekening houden. Ik roep het omvormen van bossen drastisch te beperken, zodat draagvlak voor de waardevolle duurzame bosbouw met houtproductie en houtoogst in de toekomst bewaard blijft.
Over de auteur
Henk Wanningen
Staatsbosbeheer
Henk Wanningen heeft een bos en natuurbeheer achtergrond en werkt bij Staatsbosbeheer aan hoogwaardige inzet van groene grondstoffen uit de groene omgeving. Hij werkt nauw samen met terrein beherende organisaties en met bedrijven die innovaties en ontwikkeling realiseren, waarbij wordt nagestreefd dat de inzet van deze bio-grondstoffen door duurzame toepassingen leidt tot een hoge klimaat impact. Denk hierbij aan houtbouw, isolatiematerialen, bio-based materialen, groene chemie en hernieuwbare energie.