Meer dan 1.000 bezoekers bezochten in november vorig jaar het tweede Circular Valley Forum in de Historische Stadthalle van Wuppertal (Duitsland). Het evenement op hoog niveau voor de circulaire economie, georganiseerd door Circular Valley, Tech Tour en het Bio-Based Industries Consortium (BIC), bracht industrie, beleidsmakers, ondernemers, wetenschappers en maatschappelijke organisaties samen.
De eerste dag van het evenement was gereserveerd voor bedrijven in de bio-based economy die op zoek waren naar samenwerkingspartners tijdens de finale van het Tech Tour Bio-based Industries 2023 programma. Op de tweede dag besprak het Circular Valley Forum oplossingen voor de huidige maatschappelijke uitdagingen rond de circulaire economie.
Minister-president Hendrik Wüst van Noordrijn-Westfalen (NRW) en zijn Vlaamse collega Jan Jambon trapten het Forum af met een historisch moment: zij ondertekenden de eerste samenwerkingsovereenkomst tussen twee regio’s uit Duitsland en België op het gebied van de circulaire economie.
“We willen de circulaire economie niet alleen realiseren,” benadrukte Hendrik Wüst. “Geen enkel land kan dat alleen, want in de circulaire economie komt het aan op massa en de betrokkenheid van veel verschillende spelers. Vlaanderen, als sterke industriële locatie in de Benelux, is voor ons een zeer waardevolle partner.”
De regio’s werken al jaren samen op het gebied van waterstof, de chemische industrie en de digitale economie, en de circulaire economie is een voor de hand liggend vervolg. In de komende vijf jaar willen NRW en Vlaanderen kennis uitwisselen, proefprojecten lanceren, specialisten opleiden en gezamenlijke financiering aanvragen, en ook een merk opzetten voor het promoten van de circulaire economie. Wüst: “Het stellen van gemeenschappelijke doelen op het gebied van klimaat en economie komt beide partijen ten goede. Door dit te doen, verminderen we onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en betreden we een toekomstige gemeenschappelijke markt. Door klimaatdoelstellingen te koppelen aan economische welvaart, welzijn en sociale zekerheid, kunnen we democratische stabiliteit waarborgen.”
“Laten we onze visie omzetten in concrete maatregelen”
Jan Jambon (Vlaamse Regering) (Evonik)
Dit zal ook verplichtingen met zich meebrengen voor politici: “We moeten hier een weg in vinden: nieuw denken, nieuwe regelgeving, het creëren van nieuwe wettelijke kaders voor de verschillende markten. Bovendien kunnen we de grote kans die de circulaire economie biedt alleen waarmaken door groot te denken en internationaal samen te werken. Hoe meer landen, hoe meer partijen zich bij dit initiatief aansluiten, hoe beter. Wij lopen nu voorop. Dat doen we met de intentie om een voorbeeld te zijn binnen Europa en te laten zien dat het werkt.”
Katalysatoren
Noordrijn-Westfalen en Vlaanderen kunnen volgens Jan Jambon, minister-president van Vlaanderen, het recyclingcentrum van Europa worden. “Ik geloof heilig in de verbinding van Circulair Vlaanderen en Circular Valley als katalysatoren voor grensoverschrijdende samenwerking in de circulaire economie. En we staan open voor andere partners die zich bij ons willen aansluiten. Zo is Nederland een voor de hand liggende partner voor de volgende fase, aangezien onze regio’s complementair zijn. Samen zijn we het industriële en innovatieve hart van de Europese industrie. Samen zijn we sterker. Elk met zijn eigen specialisme, maar ook elk met hetzelfde doel: materiaalkringlopen zoveel mogelijk sluiten door het gebruik van technologie en innovatie.”
Volgens Jambon zal de circulaire economie een van de hoofdthema’s zijn tijdens het Belgische voorzitterschap van de Europese Raad in 2024. “We hopen dat we samen met alle Europese lidstaten uitgangspunten kunnen formuleren om prioriteiten te stellen rond de circulaire economie in het toekomstige werkprogramma van de volgende Europese Commissie. Laten we onze visie omzetten in concrete maatregelen en bijdragen aan een duurzame toekomst voor onze regio’s.”
Versnelling noodzakelijk
Voor Harald Schwager, plaatsvervangende CEO van Evonik, bestaan grenzen eigenlijk niet. Het chemiebedrijf heeft vestigingen op verschillende locaties in NRW, maar ook in Antwerpen en Amsterdam. “De uitdagingen waar we vandaag voor staan, stoppen niet bij de landsgrenzen. Grensoverschrijdende samenwerking is onontbeerlijk om een duurzame toekomst vorm te geven,” zei hij in zijn keynote speech.
Schwager is overtuigd van de noodzaak om de overgang naar een circulaire economie te versnellen, waarin een belangrijke rol is weggelegd voor de chemische industrie. “We voelen nu met volle kracht de fouten die we de afgelopen 100 jaar hebben gemaakt. Sommigen zien dat als een kans en handelen ernaar. Helaas betekent het ook dat veel bedrijven die ons ooit groot hebben gemaakt, nu buiten Europa investeren. En we blijven ons bewegen in een slakkengang. Falende innovatie, falende toegang tot schone energie en slechte politieke regelgevingskaders zetten ons op achterstand.”
In een circulaire economie ontstaan nieuwe bedrijfsmodellen en winnen partnerschappen aan belang. De alledaagse producten van vandaag verdwijnen en er ontstaan nieuwe. Maar één ding verandert niet, volgens Schwager, en dat is de sleutelrol van de chemische industrie. “Wij zijn van oudsher aanbieders van oplossingen, aanjagers van innovatie voor veel industrieën. Zonder chemie is er geen duurzame economie, geen energietransitie en geen groene transformatie.”
Decarbonisatie
Tegelijkertijd staan industrieën voor de uitdaging van decarbonisatie: het inruilen van fossiele grondstoffen voor meer grondstoffen uit recyclaten, biomassa en afval. Van de 400 miljoen ton plastic die vorig jaar wereldwijd werd geproduceerd, is nu ongeveer 10% gemaakt van gerecyclede of biobased grondstoffen. In Europa is dat aandeel zelfs twee keer zo hoog: een vijfde. Kan de Europese industrie deze voorsprong op de langere termijn vasthouden? Schwager: “Ik betwijfel het. Het marktaandeel van Europese kunststofproducenten is het afgelopen jaar gehalveerd. Veel andere industrieën zien een vergelijkbare daling. We hebben wel de juiste mentaliteit om deze nieuwe industriële revolutie te laten slagen. Ondernemers zijn bereid om te investeren, maar zonder slimme regelgeving en betaalbare energie zullen we niet slagen. Ten eerste missen we een wettelijk kader dat investeerders rechtszekerheid biedt. Dit moet op Europees niveau geregeld worden.”
Schone en vooral betaalbare energie voor energie-intensieve bedrijven zoals de chemische industrie is ook onmisbaar. “Om een voorbeeld te geven: Evonik betaalt op de Europese energiebeurs 14 cent per kilowattuur elektriciteit, plus belastingen. In de VS is het tarief slechts 2 cent. Zulke verschillen maken het voor de Europese industrie moeilijk om internationaal te concurreren.”
De topman ziet staatssteun niet als oplossing voor dit concurrentienadeel. “Wat we vooral nodig hebben is een duidelijk signaal van politici dat industrie die waarde creëert, inclusief energie-intensieve industrie, nog steeds nodig is in Duitsland en Europa.”
“De chemische industrie is de drijvende kracht achter duurzame transformatie”
Harald Schwager (Evonik)
Sommige economen beweren dat een radicale transformatie noodzakelijk is en dat Europa wel zonder energie-intensieve industrie verder zou kunnen. Volgens Schwager is dit onmogelijk. “Wij zijn de drijvende kracht achter een duurzame transformatie. Wij dragen bij aan het welzijn en het behoud van hoogwaardige banen en daarmee aan eenheid, doelgerichtheid en het voortbestaan van de welvaartsstaat. Alleen al in Duitsland betalen we jaarlijks €50 miljard aan belastingen en elke tweede pensioen-euro in ons land is afkomstig van de chemische industrie. We creëren een betere toekomst. We bouwen de industrie van morgen met respect voor de schepping en zonder het oude te vernietigen. Dat is in alle opzichten circulariteit.”
Biobased producten
In verschillende panelsessies die volgden, werd verder gediscussieerd over energietransitie als noodzaak voor de circulaire economie, de rol en verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven bij het beschikbaar maken van circulaire producten en samenwerking in de waardeketen voor biobased producten die een alternatief bieden voor producten uit fossiele grondstoffen.
“We winnen niets als biobased producten van hoge kwaliteit slechts één lineaire levenscyclus meegaan”
Thomas Rodemann (Vorwerk Elektrowerke)
Biobased grondstoffen zijn vooral belangrijk voor post-consumerproducten die moeilijk te recyclen zijn. Maar dat betekent niet dat ze zelf niet recyclebaar zouden moeten zijn. “We hebben niets gewonnen als we biobased producten van hoge kwaliteit maken die vervolgens slechts één lineaire levenscyclus meegaan,” zegt Thomas Rodemann, bestuurslid van Vorwerk Elektrowerke. Circulair ontwerp is hier net zo belangrijk: producten moeten zoveel mogelijk worden gemaakt van monomaterialen en modulair worden ontworpen, zodat ze gemakkelijk kunnen worden gedemonteerd, gesorteerd en mechanisch gerecycled. Producenten moeten producten ook terugnemen om de geoptimaliseerde materialen opnieuw te gebruiken en zo hun levensduur te verlengen. Dit is cruciaal vanuit een algemeen kostenperspectief. De huidige prijsmechanismen zijn echter geworteld in lineair denken. Ze zijn gericht op het minimaliseren van de initiële productiekosten, waardoor producten niet worden geoptimaliseerd voor hergebruik of recyclebaarheid. “Als we op deze manier blijven denken, zal de circulaire economie nooit van de grond komen,” zegt hij.
Inzameling
Hoe krijgen we producten aan het einde van de levenscyclus terug naar de fabrikant? Markus Helftewes, directeur van Der Grüne Punkt, een organisatie die is opgericht om plastic in te zamelen, ziet dit ook. “In de EU wordt slechts 26% van de ingezamelde kunststoffen gerecycled; 36% wordt verbrand en 38% belandt op stortplaatsen. Dat is jammer, want hierdoor gaan veel geoptimaliseerde kunststoffen verloren.
“Er blijft een barrière zolang plastic verbranden of dumpen goedkoper is dan recyclen.”Markus Helftewes (Der Grüne Punkt)
We moeten naar een hoger recyclingpercentage. Eerst mechanisch en als dat niet meer haalbaar is: chemisch recyclen. Daar is regelgeving voor nodig, maar we hebben ook bedrijven nodig die zich hiervoor inzetten. Ze moeten gesteund en aangemoedigd worden, zodat ze bijvoorbeeld ‘fans’ krijgen die investeren en ideeën doneren. Zolang echter het verbranden of dumpen van plastic goedkoper is dan recycling, is er nog steeds een barrière.”
Landbouw
Zowel mechanische als chemische recycling zijn deeloplossingen voor de nog steeds groeiende wereldwijde vraag naar hernieuwbare grondstoffen. Er is ook een groeiende behoefte aan nieuwe, duurzamere materialen en chemicaliën. CO2 is hiervoor een potentiële grondstof, maar een groot deel zal uit landbouwgewassen moeten komen. Als gevolg daarvan laait het debat over het gebruik van landbouwgrond voor brandstoffen of chemicaliën in plaats van voedsel weer op.
“Nieuwe digitale en biologische oplossingen kunnen de landbouw regeneratief maken”Frank Terhorst (Bayer Crop Science)
Frank Terhorst (bestuurslid van Bayer Crop Science AG) zegt dat er wereldwijd genoeg landbouwgrond is om beide te doen: 1,4 miljard hectare. Daarvan wordt momenteel minder dan 8% gebruikt voor de teelt van gewassen voor biobrandstoffen en minder dan 1% voor biobased kunststoffen. “Bovendien hebben we nu de kans om landbouw regeneratief te maken door middel van nieuwe digitale en biologische oplossingen. Met tussengewassen op landbouwgrond, of energiegewassen op gedegenereerde bodems die ongeschikt zijn voor het verbouwen van voedsel, is het niet nodig te concurreren met de voedselproductie. Denk aan allerlei onkruid dat geoogst kan worden voor de productie van biodiesel. Dit alles verlaagt de totale CO2-druk aanzienlijk.”
Afvoerputje
Biobased of niet, als stoffen in het milieu terechtkomen, moeten ze gebouwd zijn om onder die omstandigheden af te breken. Dit geldt bijvoorbeeld voor producten voor persoonlijke verzorging en wasmiddelen, die via het afvoerputje in het riool terechtkomen en niet kunnen worden ingezameld voor recycling. Henkel, dat deze producten produceert, houdt hier rekening mee in zijn productstrategie, zegt Frank Meyer (Senior Vice President van Henkel Consumer Brands): “We richten ons op volledige biologische afbreekbaarheid van deze stoffen. Bovendien gebruiken we hernieuwbare grondstoffen voor 50% van onze plastic verpakkingen en willen we stap voor stap naar 100%. Samen met BASF hebben we verder een manier ontwikkeld om fossiele brandstoffen in onze productieprocessen te vervangen door biogas uit restproducten.”
De meeste circulaire oplossingen die aanzienlijke investeringen vereisen, zijn voorlopig duurder dan doorgaan met de lineaire economie en fossiele brandstoffen. De heersende opvatting in het bedrijfsleven is echter dat doorgaan op de huidige weg geen optie is. Investeren in duurzaamheid wordt gezien als een morele verplichting. Ook klanten, NGO’s en eindgebruikers eisen het. Bovendien wordt het gestimuleerd door overheden op nationaal, maar ook Europees niveau, denk aan verschillende fondsen gekoppeld aan innovatie, regionale ontwikkeling en de EU Green Deal.
Rest van de wereld
Ook de VS, China en India werken momenteel hard aan het realiseren van circulaire en biobased productie. De VS pompen er bijvoorbeeld een miljard dollar in met de Inflation Reduction Act (IRA). Bovendien is energie daar goedkoop, waardoor de productiekosten veel lager zijn. Geld is echter niet het enige dat telt, betoogde Lauren Kjeldsen, lid van de Raad van Bestuur van Evonik, tijdens een workshop over internationale stimuleringsmaatregelen. Het gaat ook om flexibiliteit en proactiviteit. In Europa hebben ondernemers te maken met overregulering en trage bureaucratische procedures. In schril contrast hiermee staat het reactievermogen van de besluitvormers in de VS: “De zekerheid dat in de VS alle randvoorwaarden op tijd worden geregeld, is op zich al een stimulans om je daar te vestigen. Hetzelfde geldt voor een kleine staat als Singapore. Je voelt daar dat ze erkennen dat sterke industriële bedrijven nodig en welkom zijn.”
“Transparantie en duidelijkheid zijn veel belangrijker voor ondernemers dan financiële prikkels”
Surendra Patawari (Gemini Corporation)
Elders in de wereld wordt de rode loper ook uitgerold voor industriële ondernemingen. Surendra Patawari, CEO van Gemini Corporation: “Het Indiase ministerie van Energie heeft een budget van 40 miljard te verdelen. De Directeur van Leningen Jigar Shah zal gewoon zeggen: ‘Als je dit doet, krijg je dat’. Zo’n aanpak geeft duidelijkheid.” In Europa neigt de houding meer naar wantrouwen jegens de industrie. “Hier krijg je te horen: ‘Als je dit niet doet, krijg je dat niet’. Het is een volkomen andere benadering. Transparantie en duidelijkheid ontbreken. En die zijn uiteindelijk veel belangrijker voor ondernemers dan financiële prikkels.”
Dit werd ook benadrukt door Mona Neubaur, Minister van Economie in NRW en beschermvrouwe van het Circular Valley Forum. “We moeten niet alleen onze ambities uitspreken, we moeten concrete maatregelen durven nemen die eenduidig en zonder poespas door het bedrijfsleven gerealiseerd kunnen worden, schouder aan schouder met wetenschappers en de verantwoordelijke ministeries. Want de tijd dringt. Als we kijken naar het tempo waarin we de CO2-uitstoot verminderen, duurt het tot 2065 voordat we op het punt zijn waar we in 2040 zouden moeten zijn.”
Ze verwees naar de jaren 1980, toen zure regens de bossen van Europa bedreigden. De federale regering nam toen de drastische maatregel om het gebruik van ontzwavelingsinstallaties voor de chemische industrie verplicht te stellen. Dit redde niet alleen de bossen, maar zorgde ook voor de opkomst van een geheel nieuwe industrie in Duitsland, die voorop liep op het gebied van ontzwavelingstechnologie. “Op dezelfde manier zal de circulaire economie een groeimotor zijn voor onze economie en industrie.”
Gamechangers
Het Forum werd afgesloten met de ‘Demoday’: pitches van 14 jonge startups die vanaf september dit jaar werden begeleid door de Circular Valley Community. Ze richten zich op uiteenlopende facetten van circulariteit: alternatieve grondstoffen, bouwmaterialen, verpakkingen, water en recycling. Opvallend is dat deze startups van over de hele wereld kwamen: Duitsland (4x), de VS (2x), Luxemburg, Zwitserland, Servië, Ecuador, Nigeria, Singapore, Jemen en Mexico.
Het volgende ‘Tech Tour Circular event’ wordt gehouden op 23 en 24 april 2023, in Gent, België. Het zal zich onder andere richten op de bio-economie, chemicaliën en materialen.
Bron Agro-Chemie. Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met het Bio-based Industries Consortium.