Op zaterdag 4 maart j.l. publiceren de onderzoeksjournalisten Karlijn Kuijpers en Hanneke Chin-A-Fo in NRC een artikel in de onderzoeksreeks van het Internationaal Consortium Onderzoeksjournalisten (ICIJ). Zij komen hierin, gebaseerd op Duitse onderzoeksjournalisten, tot de conclusie dat in het wereldbosbeheer en in keuringsorganisaties over bosbeheer veel mis gaat. Als voorbeeld wordt de biomassa producent Enviva uit het zuidoosten van de VS behandeld in het stuk. Enviva is de grootste biomassa producent in de wereld. Zie: Hele bossen worden gekapt – en toch heet dat hout ‘duurzaam’ – NRC.
Natuurlijk moet bosbeheer altijd kritisch gevolgd worden omdat we werken met natuurlijke systemen, maar in het stuk staan een aantal vreemde zaken. Allereerst wordt de indruk gewekt dat ze een geheim hebben onthuld door naar de VS te vliegen en met drones boven de fabrieksterreinen te vliegen. Dat was niet nodig geweest want je kunt alles gewoon volgen op Google Earth. Zie de cover foto.
Via Google earth, andere satellieten en het Enviva track& trace systeem is de houtstroom goed te volgen. Het Track&Trace systeem https://www.envivabiomass.com/sustainability/responsible-sourcing/track-trace/ geeft inzicht in waar welke opstand gekapt is en welk deel van de oogst naar Enviva ging.
Het zuidoosten van de VS is een erg productieve regio waar jaarlijks 300 miljoen m3 hout geoogst wordt uit productie bossen vnl voor de houten huizenbouw in de VS. Een deel daarvan is van slechte kwaliteit en dat wordt verkocht aan de pellet industrie die zo’n 10 miljoen ton pellets produceert per jaar. Omgerekend een aandeel van 6% van de hele houtoogst. En ja, inderdaad rijden er dan vrachtwagens het terrein op met hele stammen. Dat is geen geheim en mag ook onder de strenge Nederlandse criteria. Het zuidoosten van de VS met deze productieve bossen is nog de enige regio van de VS waar juist bossen functioneren als een CO2 vastlegger, het westen met veel reservaten functioneert als een CO2 bron.
Verder maken zij de claim dat in 25 (!) jaar tijd 340 bedrijven wereldwijd zijn beschuldigd van overtredingen. Dat is natuurlijk weinig in een sector die bestaat uit tienduizenden bedrijven en tientallen miljoenen boseigenaren en veel overtredingen zijn in de praktijk van de certificering vaak kleine ‘violations’.
Dan stellen ze dat certificeerders niet gecontroleerd worden. Dat is niet waar. Deze worden allemaal gecontroleerd door een extra laag: de accreditatie organisaties. In Nederland de Raad voor de Accreditatie met de accrediterende instelling ASI. Verder stellen Kuijpers en Chin-A-Fo dat de certificeerders geen goed werk leveren in de VS. Dit kan nauwelijks want in de VS is nauwelijks bos gecertificeerd. Een heel klein deel valt onder SFI, sustainable forestry initiative. Een hele lichte vorm van certificering. In de private sfeer van de VS wordt slechts weinig gecertificeerd. Het bosbeheer wordt juist gecontroleerd op staat niveau en werkt met Best Management Practices. Dat is de wijze waarop het in de VS geregeld is. Kuijpers en Chin-A-Fo halen als voorbeeld SCS certificering aan, maar die certificeert het bosbeheer niet, SCS heeft alleen het chain-of-custody deel van de houtketen van Enviva gecertificeerd, dit is de houthanddelstroom alleen, niet het bosbeheer.
Dan maken ze de claim dat kaalkappen verboden zouden zijn. Dat is niet zo, kaalkap mag, ook onder FSC, een strenge certificeerder. Een goed bosbeheer kan ook werken met zorgvuldig uitgevoerde kaalkappen. En als laatste verwarren ze nog de termen ‘houtoogst‘ en ‘ontbossing’: een houtoogst is het tijdelijk verminderen van het bomenbestand, terwijl een ontbossing een permanente landgebruikverandering is van bijvoorbeeld oerbos naar soja productie. Enviva ontbost niet, zij koopt hout uit beheerde bossen, waar tijdelijk de bosbedekking minder is. Dit is geen ontbossing.
Verder word de indruk gewekt dat hele bomen niet voldoen aan de Nederlandse criteria. Dit is niet zo, hele bomen voldoen wel aan de criteria. Hier een stukje uit de SDE regeling biomassa voor bioenergie :
“….de volgende categorieën vaste biomassa die voor subsidie in aanmerking kunnen komen:
Categorie 1: Houtige biomassa uit grote bosbeheereenheden (≥ 500 hectare) Takken, tophout, bomen en primaire residuen direct uit bos groter dan of gelijk aan 500 ha. …”
En de term kaalkap komt niet in de SDE regeling voor. Kaalkappen mogen dus wel, ook onder FSC. Een kaalkap is geen conversie, welke niet mag onder de SDE. Een conversie is het omzetten van oerbos in een plantage, of omzetten van beheerd bos in landbouwgrond. Dit lijkt dan in de details van definities te gaan, maar daar komt het wel op neer. En dat is heel belangrijk om goed te hebben. Certificering is juist details en precieze bewoordingen.
Goede kritische journalistiek is nodig om het bosbeheer te verbeteren, want soms gaat het inderdaad mis in het bosbeheer. Maar dan wel op goede feitenbasis. Waar de journalisten wel een punt hebben is de zorgen over de snelle ontwikkeling van accountants bureaus die zich op de markt van groene certificering storten. Het is zorgelijk als een PricewaterhouseCoopers, Deloitte en een KPMG zich hier massaal op gaan storten zonder enige kennis van zaken. Er zijn helaas in de wereld weinig mensen met verstand van bosbeheer. Waar KPMG die 100,000 nieuwe mensen vandaan gaan halen is een raadsel. Met deze wildgroei ligt inderdaad wel weer het wilde westen open.
Auteur: Gert-Jan Nabuurs
Professor European Forest Resources, WUR
IPCC Coordinating Lead Author
Lid van Adviescommissie Duurzaamheid Biomassa voor Bioenergie 2017 -2020
Dit artikel was ook te lezen op LinkedIn