De afgelopen jaren boekte Nederland nauwelijks vooruitgang richting de omslag naar een volledig circulaire economie in 2050. En het gebruik van de meeste grondstoffen is niet gedaald. Dit concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER).
Hoe circulair is Nederland?
Vanuit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) analyseerden we voor het planbureau welke circulaire projecten in Nederland ondersteuning krijgen. Dit deden we aan de hand van landelijke en Europese subsidies en fiscale regelingen in de jaren 2015 tot en met 2020, en hoeveel geld daarbij betrokken is.
Wat blijkt? De financiële ondersteuning voor circulaire activiteiten is al jaren constant met zo’n 10% van de totale ondersteuning van de relevante regelingen. Verder is het aantal circulaire innovatieprojecten dat wij monitoren gestegen van 373 in 2018, naar 475 in 2020. De totale financiële bijdragen aan circulaire innovaties en bedrijfsmiddelen vanuit de overheid is gegroeid van € 236 miljoen in 2018 naar € 295 miljoen in 2020.
De sterkste stijging is te zien in het aantal wetenschappelijke publicaties dat gaat over de circulaire economie. Ongeveer 75% van de Nederlandse publicaties hierover verscheen in de afgelopen 4 jaar (2018 tot 2021) en zo’n 55% in de afgelopen 2 jaar. 6% van het totale aantal Nederlandse bedrijven is circulair.
Mismatch tussen ambitieuze doelen en ingezet beleid
De tweejaarlijkse Integrale Circulaire-Economie Rapportage (ICER) geeft de stand van zaken weer van de overschakeling naar een circulaire economie in Nederland. Het rapport bevat handreikingen voor het kabinetsbeleid en is ook kritisch over de ontwikkelingen. Het beschrijft daarnaast de acties van maatschappelijke partijen en de interventies van de overheid.
In het ICER rapport staat: “Het is prijzenswaardig dat de Nederlandse overheid ambitieuze circulariteitsdoelen heeft vastgesteld, maar voorlopig bestaat er een mismatch tussen de gestelde doelen en het ingezette beleid. Het huidige beleid richt zich vooral op vrijwillige afspraken, zoals het Plastic Pact en ondersteuning van experimentele projecten. Dit is relevant, maar niet afdoende om een transitie te realiseren die het grondstofgebruik radicaal efficiënter maakt. Dat vergt herziening van spelregels, die stevig stuurt op minder, langer en herhaald gebruik van grondstoffen en producten. Veel circulaire projecten zijn nu nog kleinschalig en breken niet zomaar door.”
De download van het rapport en meer over de uitkomsten van dit rapport vindt u op de website van het PBL.
Over ICER
De ICER komt tot stand in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Centrum voor Milieuwetenschappen (Universiteit Leiden), Copernicus Institute (Universiteit Utrecht), Centraal Planbureau (CPB), Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), RVO, Rijkswaterstaat (RWS) en TNO. Al deze instellingen dragen bij aan het meerjarige Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie, dat wordt geleid door het PBL.
Bron: RVO.nl