Duitse onderzoekers verbonden aan de universiteit van Hohenheim zien in gras een te benutten nieuwe eiwitbron voor de varkens- en pluimveehouderij. In het ProGrün-project onderzoeken zij niet alleen hoe gras kan worden gebruikt om hoogwaardige eiwitten te verkrijgen voor het voeren van pluimvee en varkens, maar ook voor een reeks andere hoogwaardige materialen.
Gras bevat veel eiwit, maar zonder bewerking kunnen alleen herkauwers zoals runderen en schapen de eiwitten goed benutten. Als via een bioraffinagetechniek het eiwit vrij wordt gemaakt, is het in principe ook geschikt als veevoer voor niet-herkauwers, laten de onderzoekers van de universiteit van Hohenheim zien in het ProGrün-project. De rest van de biomassa kan ook worden gebruikt. Voor de productie van hoogwaardige materialen, maar ook voor warmte- en energieopwekking.
Voor het onderzoek werd een bioraffinage-demonstratie-installatie gebouwd op het Agricultural Sciences Experimental Station van de Universiteit van Hohenheim op de onderzoekslocatie ‘Unterer Lindenhof’, Daarmee kon het hele proces op proeffabriekschaal worden getest. Het gras wordt eerst versnipperd en geperst. Het resultaat is een perssap met een hoog gehalte aan oplosbare eiwitten, een resthoeveelheid koolhydraten en andere chemische verbindingen. De vaste bestanddelen en ongeveer tweederde van het eiwit blijven achter in een perskoek.
Suiker, zuren en andere stoffen in het perssap kunnen de verteerbaarheid van de eiwitten aantasten. Daarom zijn deze grotendeels gescheiden. De eiwitten worden vervolgens voorzichtig gedroogd, gemengd met andere diervoederingrediënten en gepelleteerd. Op deze manier kan uit ongeveer 45 ton vers gemaaid gras eiwitrijk voer met 1.000 kilogram eiwit worden geproduceerd. De samenstelling van de aminozuren in het eiwitextract komt ongeveer overeen met die van soja. Daarom is het bij uitstek geschikt voor het voeren van kippen en varkens.
Volgens de onderzoekers moet het op termijn ook mogelijk zijn om het verkregen eiwitextract te gebruiken voor humane voeding. De perskoek kan worden gebruikt om papier of vezelmatten voor isolatie te produceren. Omdat er nog voldoende eiwit in zit, is de perskoek ook geschikt om aan vee te voeren. Verder kan het worden benut in een biogasinstallatie. Het digestaat kan dan weer als een meststof dienen. Koolhydraten en suikers in het perssap vormen een veelbelovend uitgangsmateriaal voor de productie van platformchemicaliën zoals HMF, dat de basis vormt voor de productie van biobased plastics.
bron: AgriHolland / Universität Hohenheim