Hoe komen we de winter door met de dreigende gascrisis in aantocht? De Europese Commissie wil dat Europese landen zo snel mogelijk minder gas gaan gebruiken. Naast andere maatregelen wordt ook gekeken naar een all-time energiereserve die beschikbaar is in landelijke gebieden van Europa: hout. Momenteel is daar een verbazingwekkend grote groeiende houtvoorraad van 26 miljard m3 aanwezig. Een grotere voorraad dan ooit sinds de Middeleeuwen, gestaag opgebouwd sinds de Tweede Wereldoorlog. Is hout inderdaad een geschikte alternatieve energiebron? Hoeveel energie levert dat op? Gaan de Europese bossen lijden onder een plotselinge toename van de houtoogst?
Om deze vragen te kunnen beantwoorden is het goed om naar een aantal gegevens te kijken. Momenteel vertonen de bossen in de EU een netto groei van iets meer dan 800 miljoen m3 per jaar. Er wordt slechts 500 miljoen m3 geoogst, hoofdzakelijk industrieel rondhout voor de bouw en voor de productie van meubelen en papier.
Er is echter nog steeds een relatief groot aandeel niet-commercieel brandhout in de jaarlijkse oogst: zo’n 120 miljoen m3 per jaar (zie figuur 1). Niet-commercieel betekent dat het vaak wordt geproduceerd door de ongeveer 20 miljoen kleine particuliere boseigenaren die het van hun eigen landgoed en voor eigen gebruik of de lokale markt produceren. Deze particuliere boseigenaren bezitten ongeveer 40% van de Europese bossen. De commerciële markt voor brandhout (pellets en regionale marktsnippers) is nog relatief klein; er worden ongeveer 20 miljoen ton pellets geproduceerd. Samen produceren deze twee vormen zo’n 60% van alle hernieuwbare energie in Europa, of zo’n 7% van het totale energiegebruik (alle sectoren inclusief vervoer en industrie).
Maar is het mogelijk om Europa de winter door te helpen op basis van hout? Nee, daar kunnen we duidelijk over zijn, dat is niet mogelijk. Simpelweg omdat de energiemarkt zeer divers is met vele vormen van grondstoffen als input en omdat ons energiegebruik enorm is. Wat is er dan wel mogelijk?
In figuur 1 is te zien dat in de afgelopen decennia de niet-commerciële productie van brandhout geleidelijk is toegenomen. We weten ook dat de prijzen van brandhout het afgelopen jaar al zijn verdubbeld en dat meer anekdotische informatie zegt dat de oogst is gestegen. Hoeveel de prijs recentelijk al gestegen is, is moeilijk te zeggen, aangezien het verzamelen van deze statistieken een paar jaar in beslag neemt. Deze informatie wordt gewoonlijk gemaakt als onderdeel van de nationale bosinventarisaties, maar deze hebben altijd een vertraging van een paar jaar voordat de meest recente trends zichtbaar worden.
Wat zeker gebeurt als de energievoorziening erg krap wordt, is dat boseigenaren meer oogsten. Zelfs als het hout niet volledig gedroogd is, komt het in kachels terecht, meestal in plattelandsgebieden. Of dat een extra oogst van 30 miljoen of van 100 miljoen m3 wordt, kan op dit moment niemand zeggen. Maar de capaciteit en de voorzieningen zijn er, en voor een tijdje kan een deel van de huishoudelijke verwarming worden gedekt.
Voor de Europese bossen is een eenmalige extra oogst van 100miljoen m3 geen probleem. Dat zou nog steeds vallen onder duurzaamheidsvereisten van nationale wetten en bijvoorbeeld certificeringsregelingen zoals FSC en PEFC. De Europese bossen kunnen dus een tijdje 10-12% van het totale energieverbruik dekken. Dit kan van cruciaal belang zijn in tijden van een zeer krappe energievoorziening. Dus, zonder alle bossen op te stoken, zien we dat bossen weer een strategische reserve zijn. Een reserve die de afgelopen 7-8 decennia de door de zon opgewekte energie heeft opgevangen en in haar hout heeft opgeslagen.