In reactie op de stemming van het Europees Parlement zegt Bioenergy Europe dat het de goedkeuring van de herziening van de richtlijn hernieuwbare energie (REDIII) door het Europees Parlement verwelkomt. De nieuwe definitie van “primaire houtachtige biomassa” roept echter nog steeds enige bezorgdheid op.
Op 14 september 2002 nam het Europees Parlement zijn standpunt in over twee sleuteldossiers voor de bio-energiesector: de richtlijn energie-efficiëntie (EED) en de richtlijn hernieuwbare energie (RED).
In zijn inspanningen om de energie- en klimaatambities van Europa te vergroten, stemde het Europese Parlement voor een hogere doelstelling voor hernieuwbare energie, met als doel tegen 2030 45 procent uit hernieuwbare energiebronnen (RES) te halen.
Om deze doelstellingen te halen, is de behoefte aan biomassa belangrijker dan ooit. Daarom juichen we het besluit van het Parlement toe om alle biomassa voor energie, inclusief primaire houtachtige biomassa, mee te laten tellen voor de doelstelling voor hernieuwbare energie, aldus Bioenergy Europe.
Zorgen rond primaire houtige biomassa
Ondanks dit positieve resultaat bevat de aangenomen tekst nog steeds enkele zorgwekkende kwesties, zoals het gebrek aan steun voor primaire houtachtige biomassa (PWB).
Door deze nieuwe maatregel wordt bio-energie uit primaire houtige biomassa de enige hernieuwbare bron die niet voor steun in aanmerking komt, waardoor er een ongelijk speelveld ontstaat met andere oplossingen, en dit is onaanvaardbaar.
Bij het vergelijken van subsidies per geproduceerde energie-eenheid krijgt biomassa beduidend minder steun dan andere hernieuwbare bronnen, om nog maar te zwijgen van fossiele energie.
Aangezien duurzame bio-energie bijna uitsluitend binnen de EU wordt gewonnen, geproduceerd en verzonden, worden de subsidies die de sector ontvangt efficiënt gebruikt om de economie van de EU te ondersteunen en banen te creëren.
Bioenergy Europe wijst erop dat het afschaffen van deze subsidies zonder de steun voor fossiele brandstoffen op te heffen, verkeerde signalen naar de markt afgeeft die de decarbonisatie vertragen
Daarnaast heeft het parlement ook een plafond vastgesteld voor het aandeel van PWB ten opzichte van de totale gebruikte biomassa, die zou worden beperkt tot het aandeel van PWB van 2017-2022.
Een beperking en uitfasering zouden contraproductief zijn in een tijd waarin Europa alle beschikbare middelen moet mobiliseren, zegt Bioenergy Europe.
Slagen in de energietransitie, meer energieonafhankelijk worden kan alleen als we hernieuwbare energie niet om de verkeerde redenen aan banden leggen. Beslissers zouden meer wetenschappelijk bewijs moeten vertrouwen. Primaire biomassa is afkomstig van duurzame bosbeheerpraktijken die nodig zijn om onze bossen het hoofd te bieden aan de uitdagende klimaatdruk, zei Jean-Marc Jossart, secretaris-generaal van Bioenergy Europe.
Gaat in tegen klimaatambities
Het beperken van het gebruik van een hernieuwbare bron zoals bio-energie is in tegenspraak met de ambities van de Europese Commissie om hernieuwbare energiebronnen op te voeren en hun ambitieuze klimaatdoelstellingen te halen.
Dit heeft gevolgen voor de hele toeleveringsketen, te beginnen met boseigenaren die afhankelijk zijn van de inkomsten die ze ontvangen van de bio-energiesector om hun bossen op een duurzame manier te blijven beheren.
Zonder beheer zouden bossen nog meer onder druk komen te staan als gevolg van het veranderende klimaat, waardoor ze te weinig tijd hebben om zich zelf aan te passen.
Bioenergy Europe wijst er inderdaad op dat zowel de vooraanstaande klimaatwetenschapper prof.dr. Michael Obersteiner als EC-commissaris Frans Timmermans hebben verklaard dat we zonder biomassa de doelstelling van 1,5 o C niet gaan halen.
Het resultaat van vandaag is een duidelijk signaal dat biomassa een onderdeel is en zal blijven van de toekomst van de EU op het gebied van hernieuwbare energie, en dat juichen wij toe. Het voorstel om primaire houtachtige biomassa uit te sluiten van hernieuwbare energiebronnen zou een gemiste kans zijn geweest, aangezien primaire houtachtige biomassa 20 procent van de totale hernieuwbare energiemix in de EU vertegenwoordigt. Gezien de effecten die het zou hebben, niet alleen op houtgerelateerde sectoren, maar ook op de energiezekerheid voor de hele EU, zou dit een zeer zorgelijke uitkomst zijn geweest, aldus Irene di Padua, beleidsdirecteur bij Bioenergy Europe.
Zoals de rapporteur, Europarlementariër Markus Pieper tijdens zijn persconferentie op 14 september benadrukte, “hebben we biomassa op basis van hout nodig voor energie om de energietransitie te realiseren.”
Foto: “Primaire houtachtige biomassa” uit een duurzaam secundair bos – een stapel houtkapresten langs de weg, bedekt met een papieren wikkel om aan de lucht te drogen. Na droging wordt het gebruikt voor energie bij een lokale biomassa gestookte warmtecentrale en/of warmtekrachtkoppeling (WKK). Niet alle ecologieën of besparingen van de oogstlocaties laten de verwijdering van houtkapresiduen toe en ten minste 20 procent moet op de locatie worden gelaten.