9 september Florence, IEA Bioenergy: In een reactie op de komende planetaire stemming in het Europees Parlement over de richtlijn hernieuwbare energie (RED III) volgende week, heeft Dr. Paul Bennett, voorzitter van het Uitvoerend Comité van IEA Bioenergy hetvolgende gezegd:
Europa staat voor een streng winterseizoen door de Russische oorlog in Oekraïne en de vraag is: waar zal voldoende elektriciteit en warmte vandaan komen tegen betaalbare prijzen? Er is dringend actie nodig om af te stappen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, zowel voor de energiezekerheid als voor het klimaat.
Maar er lopen momenteel campagnes tegen bio-energie uit hout die een verkeerde voorstelling geven van de bosbouwpraktijk op de grond. Dit is gevaarlijk kortzichtig en negeert de bredere ecologische en sociale implicaties. Beleidsvorming moet gebaseerd zijn op feiten, niet op fictie.
IEA Bioenergy, en ook het Joint Research Centre (JRC) van de Europese Commissie, hebben rapporten gepubliceerd om misvattingen en verkeerde voorstellingen met betrekking tot bosbiomassa weg te nemen.
Feiten zijn:
Bosbio-energie is een belangrijk onderdeel van de energievoorziening in Europa – met name voor warmteproductie – die inspeelt op de huidige energievraag en de veiligheidseisen in deze kritieke politieke situatie. Meer dan 90% van de biomassa die voor energie wordt gebruikt, is afkomstig van Europese hulpbronnen.
Bossen die duurzaam worden beheerd, blijven koolstof uit de atmosfeer opnemen en leveren – naast hout of pulphout – ook belangrijke hoeveelheden hout van lage kwaliteit die voor energie kunnen worden gebruikt. Er hoeven geen bossen voor gekapt te worden.
Bosbiomassa die voor energie wordt gebruikt, zijn voornamelijk residuen en houtbronnen van lage kwaliteit. Het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie heeft vastgesteld dat ongeveer 50% van het hout dat in de EU voor bio-energie wordt gebruikt, afkomstig is van secundaire producten, zoals bijproducten van de bosbouwindustrie en teruggewonnen hout na consumptie, 17% van boomtoppen, takken en andere residuen, en 20% van stamhout – dat meestal hakhout is, dunhout voor dunne stammen en geoogste stengels van slechte kwaliteit die niet kunnen worden gebruikt in zagerijen of pulp- en papierproductie.
Dus merken we hier op: het hout dat voor bio-energie wordt gebruikt, is geen hout van hoge kwaliteit, maar bestaat meestal uit dunningshout, hout van lage kwaliteit, bergingshout, houtkapresiduen, verwerkingsresiduen of houtafval.
Elke oogst van biomassa – of het nu voor bio-energie, bouwmateriaal, papier of ander gebruik is – moet plaatsvinden binnen duurzaamheidsgrenzen. Programma’s voor duurzaam bosbeheer, zoals door FSC of PEFC goedgekeurde programma’s, bevatten duidelijke vereisten voor het behoud van bossen en hun biodiversiteit. Veel landen hebben vergelijkbare bosbeheerprincipes opgenomen in hun nationale of regionale bosbouwwetgeving. Bovendien stelt de herschikking van de richtlijn hernieuwbare energie (RED II) in de Europese context verdere eisen om het risico van het gebruik van bosbiomassa afkomstig van niet-duurzame praktijken te minimaliseren. De richtlijn zou vóór 30 juni 2021 door alle EU-lidstaten in nationaal recht zijn omgezet en ook door geïmporteerde biomassa moet aan de duurzaamheidseisen worden voldaan. De lopende campagnes negeren vaak de vele stappen die al zijn gezet in de richting van duurzaam bosbeheer, met name in Europa en Noord-Amerika.
Het gebruik van fossiele brandstoffen veroorzaakt een lineaire stroom van koolstof van geologische voorraden naar de atmosfeer. Alleen al het vergelijken van de CO2-uitstoot van fossiele brandstoffen en bio-energie aan de uitlaat – zoals soms wordt gedaan – mist dit fundamentele verschil tussen biogene en fossiele koolstof. Zolang de oogsten de koolstofopname in het bos niet overschrijden, verhoogt het gebruik van houtachtige biomassa de atmosferische CO2-concentratie niet.
De belangrijkste actie is nu – naast het waarborgen van toegang tot energie en meer energieonafhankelijkheid – om energie- en transportsystemen zo snel mogelijk te transformeren, zodat we fossiele koolstof in de grond kunnen laten. Duurzame bio-energie – ook uit hout – is nu beschikbaar en is compatibel met de bestaande energie-infrastructuur, waardoor onmiddellijke vervanging van kolen, aardgas of petroleumbrandstoffen mogelijk is. Het speelt daarom een belangrijke rol bij het ondersteunen van de transformatie van het energiesysteem om netto-nuldoelstellingen te bereiken.
Bron: ieabioenergy.com