Het aandeel van hernieuwbare bronnen in de productie van stroom is in het eerste halfjaar van 2022 gestegen van 33 naar 41 procent ten opzichte van het eerste halfjaar van 2021. Die forse sprong zorgde ervoor dat met name de gascentrales in Nederland minder hard hoefden te draaien. Dat bespaarde ééen miljard kubieke meter aardgas, zo’n 5 procent van het totale gasverbruik. Aldus de junicijfers van Energieopwek.nl
De groei van is een forse stap op weg naar het doel in 2030: zo’n driekwart van de stroom moet dan uit hernieuwbare bronnen komen. Het eerste halfjaar van 2022 liet dan ook record op record zien. Elke kalendermaand scoorde ruim hoger dan dezelfde maand vorig jaar, met de maand april als topper: bijna de helft van alle stroom (48,6 procent) kwam toen uit hernieuwbare bron. Februari tekende voor de grootste toename ten opzichte van vorig jaar, van 30 naar 44 procent.
Zon uit zonnepanelen is relatief de grootste leverancier, gevolgd door windenergie uit turbines op land, biomassa en windenergie op zee. Waterkracht voltooit het rijtje hernieuwbare bronnen.
Juni goed voor 25 procent
De maand juni toonde een nieuwe mijlpaal voor zonnepanelen in Nederland: samen leverden zij liefst een kwart (25,4 procent) van alle geproduceerde elektriciteit. In de wintermaanden en in de lente was er meer wind en was de totale hoeveelheid hernieuwbare stroom gemeten in kilowatturen wel groter dan in juni. Maar procentueel scoorde hernieuwbare stroom lager omdat in die maanden ook de elektriciteitsvraag groter is.
Hernieuwbare energie
Gemeten naar de totale hernieuwbare energie (stroom, warmte en brandstof) leverde juni ’22 27 procent meer dan juni ’21. Die groei is weer hoger dan in de vergelijkingen van vorige maanden. Dat komt vooral door de variatie in het weer. Halverwege 2022 zitten de hernieuwbare bronnen al op ongeveer 60 procent van de totale productie in vorig kalenderjaar.
Overigens kwam het CBS recent met de voorlopige cijfers van het aandeel hernieuwbare energie in 2021. Omdat er binnen de EU gesproken wordt over strengere duurzaamheidsnormen voor vaste biomassa in grotere installaties, nam het CBS deze categorie (nog) niet mee. Energieopwek.nl rapporteert deze categorieën (nog) wel, totdat duidelijk is wat de gevolgen voor Nederland zijn van de genoemde strengere normen.
Hernieuwbare stroom is slechts een deel van de totale hernieuwbare energie. Het finale energiegebruik in Nederland bestaat uit drie onderdelen; warmte, 55 procent (vooral gebouwen en industrie), transport, 25 procent (vooral wegverkeer en vliegverkeer) en stroomverbruik, 20 procent.
Door elektrificatie van de industrie, vervoer, koken en verwarmen zal het aandeel elektriciteit groeien. Het PBL berekent dat dit in 2030 ongeveer uitkomt op 24 procent van het finale gebruik. Daarvan is dan 75 procent hernieuwbaar. In die berekening zit nog niet de aangekondigde extra 10 GW wind op zee.
Energieopwek.nl is ontstaan bij het Energieakkoord en is nu onderdeel van het Voortgangsoverleg Klimaatakkoord. Het is een samenwerking met EnTranCe/Hanzehogeschool Groningen, Tennet, Gasunie en Netbeheer Nederland. De site laat actueel zien wat er in Nederland aan duurzame energie wordt opgewekt.
Op Energieopwek zijn alle erkende vormen van hernieuwbare opwekking te volgen. Onder andere de bijdrage van warmtepompen en biomassa waaronder houtstook thuis. Per bron is te zien wat de bijdrage is en ook hoe dit zich verhoudt tot het totaal van de hernieuwbare opwekking. De site heeft tot doel een feitelijk beeld te geven van waar Nederland staat bij de verduurzaming.