Nederland heeft alle vormen van duurzame energie heel hard nodig om onze afhankelijkheid van (Russische) fossiele energie zo snel mogelijk af te bouwen en onze klimaatdoelen te halen. Daar is ook duurzame biomassa voor nodig. Zonder biomassa wordt het een stuk moeilijker en duurder om dit voor elkaar te krijgen.
Helaas heeft het kabinet vandaag besloten om te stoppen met de subsidie voor nieuwe projecten met biomassa voor lage temperatuur warmte (tot 100 graden). Dit maakt het veel moeilijker en duurder om oa de gebouwde omgeving te voorzien van duurzame warmte, bijvoorbeeld via warmtenetten. Volgens de NVDE maakt het kabinetsbesluit de klimaatdoelen voor de gebouwde omgeving nagenoeg onhaalbaar, vergroot het de afhankelijkheid van (Russisch) aardgas en zorgt het voor hogere kosten voor bewoners en bedrijven.
Duurzame alternatieven voor biomassa zijn op korte termijn onvoldoende beschikbaar, zeker om te voorzien in de piekvraag naar warmte in de winter. De beschikbare alternatieven zijn bovendien aanmerkelijk duurder dan duurzame biomassa. Volgens onderzoek van TNO leidt dit tot een kostenstijging van 1,7 tot 2,6 miljard euro. Helaas geeft het kabinet op geen enkele manier aan hoe de opbouw van die (duurdere) alternatieven eruit ziet en ontbreekt het dus aan een plan om de stop van biomassa te compenseren.
Eerder stelden PBL en TNO al vast dat het halen van de klimaat- en energiedoelstellingen, in met name de gebouwde omgeving en de glastuinbouw, technisch en financieel gezien lastig samengaat met een uitfasering eerder dan 2030 van de afgifte van subsidies op houtige biomassa, en financiële consequenties zal hebben. Deze kosten zullen uiteindelijk via een hogere energierekening betaald moeten worden door burgers en bedrijven. En de kans dat we onze klimaatdoelen voor 2030 halen wordt er een stuk kleiner door.
De stop op subsidies voor nieuwe bio-warmteprojecten zal ook transitiepaden hinderen die we op lange termijn nodig hebben. Dit soort projecten zijn bijvoorbeeld erg geschikt om een zich ontwikkelend nieuw warmtenet van flexibele warmte te voorzien, waarbij een alternatieve bron als geothermie wordt ingepast zodra het net groot genoeg is. Ook zorgen deze projecten voor de borging van duurzame biomassastromen die in een later stadium kunnen worden gebruikt voor hoogwaardige toepassingen als de chemie en materialen en bieden ze een kans om negatieve emissies te realiseren.
Om de urgentie te illustreren: Op dit moment is de gebouwde omgeving op weg naar een CO2-uitstoot van 18,9 Megaton in 2030, volgens de Klimaat- en Energieverkenning van PBL. In de recente brief van minister Jetten over het klimaatbeleid stond voor deze sector nog ruimte voor een ‘indicatieve restemissie’ van 10,1 Megaton. Er is dus een zeer ingrijpende versnelling van de verduurzaming nodig, niet een vertraging zoals dit.
Bron: NVDE