De nationale subsidiepot voor duurzame energieprojecten wordt dit jaar waarschijnlijk grotendeels geclaimd door projecten voor CO2-opslag onder de Noordzee. Maar door de hoge CO2-prijs hebben ze die subsidie momenteel helemaal niet nodig, terwijl andere projecten buiten de boot vallen, zeggen experts tegen NU.nl.
Er werd dit jaar voor in totaal 12 miljard euro aan subsidies aangevraagd via de zogenoemde SDE++-regeling, die gebruikt kan worden voor CO2-besparende projecten als zonneparken, windturbines en biogassen. Meer dan de helft van de aanvragen was voor CO2-afvang en -opslag (CCS) door de zware industrie, meldde het demissionaire kabinet vorige week.
In de subsidieregeling wordt voorrang gegeven aan de goedkoopste manieren om de CO2-uitstoot terug te dringen. Omdat het afvangen van CO2 een grote en relatief goedkope besparing oplevert, zullen CCS-projecten waarschijnlijk meer dan de helft van de subsidiepot claimen. Er is in totaal 5 miljard euro beschikbaar.
Maar met de huidige CO2-prijs onder het Europese emissiehandelssysteem – ruim 80 euro per ton – is het uitstoten vaak al duurder dan het opslaan van CO2. “Dat betekent dat er helemaal niet veel subsidie nodig is”, zegt André Faaij, wetenschappelijk directeur van TNO Energietransitie. Het is precies hoe de CO2-prijs hoort te werken, nadat hij jarenlang weinig effect had.
‘Duurzame warmte valt buiten de boot’
Bij het toekennen van subsidies wordt een oude raming van de CO2-prijs gebruikt, waarin die pas in 2030 de 45 euro per ton CO2 aantikt. Daardoor zullen subsidies worden toegewezen aan projecten die ze niet of nauwelijks nodig hebben. Als de CO2-prijs hoog blijft, zullen deze subsidies niet worden uitbetaald, maar in de reserves van de overheid belanden. “Dat is zonde, want je kan nu meer meters maken met hetzelfde geld”, vindt Faaij.
Ook Peter de Jong, programmaleider duurzame energieproductie bij Natuur & Milieu, vindt de situatie zorgelijk. “CCS gaat een heel groot deel van het subsidiebudget claimen. Het kan heel goed zijn dat maar een zeer beperkt deel van die subsidie uitgekeerd moet worden, maar dat betekent wel dat veel technieken die nodig zijn voor verduurzaming van andere sectoren buiten de boot vallen.”
Er zal nu waarschijnlijk geen subsidie beschikbaar zijn voor technieken als geothermie en industriële warmtepompen. Die technieken voor duurzame warmte staan nog in de kinderschoenen en zijn een stuk duurder.
“Juist deze technieken moeten we steunen met overheidssubsidie”, vindt ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis. Hij riep er eerder dit jaar in een motie toe op om het subsidiegeld beter te gebruiken, onder meer door rekening te houden met de stijgende CO2-prijs. Volgens een woordvoerder van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat is het juridisch niet mogelijk om bij het toekennen van subsidies te rekenen met een recentere CO2-prijs.
‘Hervorming komt te laat’
Het demissionaire kabinet wil de subsidieregeling per 2023 wel veranderen, zodat er geld beschikbaar wordt gemaakt voor duurzame energieprojecten die meer geld kosten.
Dat is te laat, vindt Olof van der Gaag, directeur van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie. “Eigenlijk is het verduurzamen van die warmte ons allergrootste belang. Als je die verduurzaming nog twee jaar stil laat staan, ben je al te laat om de doelen voor 2030 te halen.”
Bron: Nu.nl