Gerard van Mastwijk oogstte dit jaar een mooie, schone quinoa. Hij is een van de dertig Nederlandse telers die dit pseudograan verbouwen. Marc Arts van GreenFood50 verwacht dat het gewas in Nederland toekomst heeft. Rassen en teelt zijn in ontwikkeling en voor biologische of lokaal geteelde quinoa hebben verwerkers en consumenten een voorkeur.
De quinoateelt en verwerking in Nederland is volwassen geworden. Met GreenFood50 als specialist in ingrediënten uit quinoazaad en Wageningen University & Research en Radicle Crops als veredelaars van quinoarassen voor over de hele wereld is de ontwikkeling van dit pseudograan voortdurend bezig.
Nederland is geschikt voor de teelt van quinoa, zegt directeur Marc Arts van GreenFood50. Samen met biologisch teler Gerard van Mastwijk uit het Zuid-Hollandse Zevenhoven bespreekt hij de ervaringen en de toekomstperspectieven van quinoa in Nederland.
Verwant aan melde
Quinoa is geen echt graan. Het is meer verwant aan melde. Het zaad is klein. Veredelaars werken aan zowel de maat als de kwaliteit en opbrengst van het zaad. Het liefst zijn de korrels groter dan 2 millimeter, vrij van bitterstof en gaan opbrengsten naar 2 tot 3 ton per hectare.
Arts verwacht uit de combinatie van stabiele opbrengsten van goede, zuivere quinoa en een meerwaarde voor lokaal of biologisch geteeld product blijvend rendement voor telers en verwerking te halen.
Van Mastwijk heeft de teelt goed in de vingers. Arts noemt het bijzonder dat in zijn product totaal geen andere zaden of vervuiling zijn gevonden door Naktuinbouw. Die zuiverheid is belangrijk, omdat de eisen aan het product enorm hoog zijn.
Ervaringen delen
De dertig Nederlandse quinoatelers delen in een appgroep ervaringen om de teelt te blijven verbeteren. Voor verdere zuivering van het zaad staat een speciale schoningslijn bij Van de Bilt Zaden en Vlas in het Zeeuwse Sluiskil. Die geavanceerde lijn kan ook lijnzaad en blauwmaanzaad schonen.
Van Mastwijk: ‘Ik lever het liefst droog en schoon zaad aan. Dat scheelt in de uitbetaling en dat heb ik nodig voor rendabele productie.’
Hogere prijs
Arts kan met klanten die een voorkeur hebben voor Nederlands product een hogere prijs voor quinoa bedingen dan voor geïmporteerde waar. Daarnaast verwacht hij extra groei van het biologisch areaal.
‘Dat komt door de boer-tot-bordstrategie van de Europese Unie. Als Nederland naar 25 procent biologische consumptie gaat, dan zijn daar meer quinoatelers voor nodig. Dat is een groeimogelijkheid voor ons.’
Omschakeling in 2017
Van Mastwijk keek bij zijn omschakeling in 2017 rond om gewassen voor zijn bouwplanrotatie te vinden. ‘Je zoekt dan een mix van gewassen. Ik werd van twee kanten gehint: een collega-teler en adviseur Sander Bernaerts noemden quinoa. Hij adviseert ook over de te volgen onkruidbestrijding en bemesting’, zegt hij.
‘De basis van biologische teelt is variatie. Ik heb een zware, kalkarme grond van 50 procent afslibbaar, die vooral in het voorjaar moeilijker is te bewerken. De quinoa paste me wel in het bouwplan. Ik teel verder nog aardappelen, plantuien, rode bieten, sperziebonen, erwten en pompoenen.’
Rotatie
Nu het hele bedrijf biologisch is, puzzelt de teler aan een geschikte zevenjarige rotatie met al die gewassen. Hij gebruikt grasklaver als rustgewas en overweegt graan toe te voegen. Voor quinoa heeft hij een goede structuur en een fijn zaaibed nodig. ‘Je zag dit jaar zeker structuurschade van bewerkingen en schoffelen onder natte omstandigheden.’
Van Mastwijk dorste de quinoa begin september en zaaide daarna een groenbemester. ‘De quinoa laat een vrij rijke stoppel na. Je ziet dat achter de combine veel organische stof overblijft.’ Volgens Arts haalt de teler met de oogst van quinoa tussen de 30 en 40 procent van de biomassa van het land. De rest is organische stof voor de bodem.
Droog en zout
Arts zegt dat quinoa een hoge tolerantie voor zout heeft en beter tegen droogte kan dan andere gewassen. Veredelaars ontwikkelen ondertussen rassen die na een korter groeiseizoen oogstbaar zijn. Het gewas kan dan in de tweede helft van april worden gezaaid en geoogst in augustus.
Afhankelijk van de regio is de kortere groeitijd van belang. Arts noemt bijvoorbeeld het verschil van enkele graden tussen Flevoland en de Wieringermeer. In dat laatste gebied is het net een paar graden warmer. Andere aandachtspunten zijn het kweken van robuustere en kortere stengels, zodat de quinoa niet gaat knikken en legeren.
Wachtlijst
Quinoa wordt in Nederland in vrijwel alle provincies geteeld. GreenFood50 heeft een wachtlijst voor telers die ermee aan de slag willen. Biologisch geteelde quinoa heeft een meerprijs. Dat komt omdat het onkruidvrij houden van het gewas aandacht vraagt, de bemesting duurder is voor biologische telers en de bemestingsruimte krapper.
Arts: ‘Voor wie eraan begint, moet de teelt financieel interessant zijn en de akkerbouwer moet goede kwaliteit kunnen telen. Voor gangbaar is per bedrijf minimaal 10 hectare verstandig en voor biologisch 5 hectare vanwege de efficiëntie in teelt en transport. We hadden afgelopen seizoen in totaal 160 hectare in Nederland en België.’
Bron: Nieuweoogst.nl