Het kabinet heeft het SER-advies over biogrondstoffen overgenomen. De NVDE vindt dat verstandig. Het is belangrijk om een compromis te bereiken zodat we minder discussiëren en meer doen. Daarvoor is het nodig dat iedereen ook duidelijkheid heeft. De weg naar ‘Parijs’ is nog lang en het is goed dat biogrondstoffen daar onderdeel van blijven – met strenge criteria en meer inzet op de ontwikkeling van alternatieven. Voor dat laatste is wel meer inspanning nodig.
Het kabinet stelt net als de SER en de NVDE dat duurzame biogrondstoffen een onmisbare bouwsteen zijn voor het verduurzamen van onze energie en materialen. Het is belangrijk dat het kabinet bedrijven daarbij voldoende investeringszekerheid biedt. Dat betekent meer stimulans voor de toepassing in de chemie- en materialensector en voor de versterking van alternatieve warmteopties. Het is goed dat het gesprek over een mogelijk afbouwpad voor toepassing in warmtenetten wordt gekoppeld aan een analyse van de mogelijkheden en beperkingen van andere duurzame alternatieven. Zonder opbouwpad voor die alternatieven leidt een afbouwpad tot meer (Russisch) aardgas en dat vindt de NVDE ongewenst.
De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) gaf eerder al aan het SER-advies werkbaar te vinden, omdat het bevestigt dat biogrondstoffen nodig zijn om de klimaatdoelen te halen. Daarbij moeten de afspraken uit het Klimaatakkoord overeind blijven.
Inzet voor materialen, chemie én hoogwaardige energie
Het SER-advies benadrukt dat biogrondstoffen meer moeten worden toegepast voor (bouw)materialen en de chemie, en ook voor hoogwaardige energietoepassingen zoals hoge termperatuur warmte in de industrie. De NVDE is het daarmee eens, met de opmerking dat inzet voor materialen en de chemie ook synergie biedt met toepassingen voor energie (cascadering en bioraffinage). Bij de productie van bijvoorbeeld bouwmaterialen uit hout komen immers legio neven- en reststromen vrij die prima voor energie kunnen worden gebruikt. De NVDE roept het kabinet op om te komen met concretere voorstellen om de hoogwaardige toepassingen te stimuleren. Partijen hebben hier helderheid over nodig om te kunnen investeren.
Ontwikkeling van alternatieven
De inzet van (houtige) biomassa in warmtenetten is onderwerp van menige maatschappelijke discussie. Er kan echter geen afbouw van duurzame biogrondstoffen voor energie plaatsvinden, zonder opbouw van andere duurzame alternatieven. Terugvallen op aardgas is immers geen duurzaam alternatief. Het is daarom goed dat het kabinet de verkenning van een haalbaar afbouwpad koppelt aan een analyse van de mogelijkheden en beperkingen van alternatieve duurzame opties, de mogelijkheden om hun perspectief te verbeteren, en de implicaties daarvan voor hun opbouwpad. Er zal wel extra beleid nodig zijn om die alternatieven voldoende kans te bieden: de SDE++ is daarvoor nu al te krap.
Emissie- en duurzaamheidseisen
“Biogrondstoffen zijn nodig om de klimaatdoelen voor 2030 te halen,” zegt Olof van der Gaag, directeur NVDE. “De NVDE steunt de voorstellen voor versterking van de duurzaamheidseisen; we pleiten ook al enige tijd voor aanscherping van de normen voor de lokale uitstoot. Dit vraagt forse extra inspanningen van de sector. Die heeft wel voldoende investeringszekerheid nodig om daarmee aan de slag te kunnen. Op dat punt mag het kabinet nog wel een extra stap zetten”, aldus Van der Gaag. De NVDE verwelkomt het voornemen om bij alle soorten biomassastromen adequate duurzaamheidscriteria te hanteren. Daarbij benadrukken we dat het ook praktisch uitvoerbaar moet blijven om aan die criteria te voldoen. Het zou hierbij helpen wanneer duurzaamheidseisen werden gesteld aan alle biomassastromen, ook wanneer deze niet voor energie worden toegepast. Een goede stap is in elk geval dat het kabinet zal inzetten op duurzame handel in biogrondstoffen: fair trade biedt meer perspectief dan fair share.
Hier vindt u de kabinetsbrief ‘duurzaamheidskader biogrondstoffen’.
Klik hier voor het originele artikel