Klimaatbeleid In 2030 moet de CO2-uitstoot in Europa met 55 procent omlaag, in plaats van de eerder afgesproken 40 procent. De Europese Commissie wil laten zien dat de crisis de klimaatambities niet in de weg staat.
Om de weg naar beneden niet te steil te maken, moet je de daling op tijd inzetten. Dat is de boodschap van de Europese Commissie deze week, als ze het emissiereductiedoel voor 2030 fors opschroeft. Woensdag zal commissievoorzitter Ursula von der Leyen de nieuwe ambitie van de Commissie officieel presenteren tijdens haar zogeheten ‘State of the Union’-toespraak in het Europees Parlement.
De Europese Unie werd het eerder al eens over de ambitie in 2050 CO2-neutraal te zijn, maar voor 2030 werd vooralsnog ingezet op 40 procent minder broeikasuitstoot (afgezet tegen 1990). Dat dat veel te weinig is voor een realistisch tijdpad werd al eerder duidelijk. Daarom wordt nu ingezet op een daling van 55 procent. Met dit nieuwe, ambitieuzere ‘tussendoel’ stippelt Brussel de route verder uit. Dat betekent ook dat de Europese klimaatplannen nu concreter gaan worden en er moeilijke keuzes aankomen. Een klimaatneutraal 2050 mag een ver en abstract ideaal zijn, een vastgespijkerd piketpaaltje over tien jaar brengt ingrijpende en soms pijnlijke of kostbare maatregelen wel een stuk dichterbij.
Keuze voor eigen ‘maximum’
Voorlopig schetst de Commissie nu alleen nog de contouren van mogelijke maatregelen, zoals ze dat vorig jaar ook al deed met haar totale klimaatpakket onder de naam ‘Green Deal’. Zo herhaalt ze het voornemen het emissiehandelsysteem ETS uit te breiden naar de lucht- en zeevaart en mogelijk ook het wegtransport, gaat het aantal emissierechten naar beneden en moeten uitstootnormen voor auto’s aangescherpt worden.
Behalve het CO2-neutrale doel ligt feitelijk nog heel weinig vast. Over alle voorstellen en maatregelen volgen de komende maanden en jaren felle discussies tussen lidstaten die allemaal andere belangen hebben. Met het vastleggen van dit doel kan de Commissie geen beleid of maatregelen afdwingen.
Maar onbetekenend is het niet, dat Brussel middenin een wereldwijde pandemie de vaart houdt in zijn klimaatambities. Eurocommissaris voor Klimaat Frans Timmermans benadrukte het afgelopen jaar steeds dat een nieuw reductiedoel voor 2030 tussen de 50 en 55 procent zou liggen. Door nu voor haar eigen ‘maximum’ te kiezen, zendt de Commissie het signaal dat ze haar ambities allerminst afzwakt.
55 procent reductie is fors, maar wordt door Brussel als haalbaar ingeschat: niet alleen technisch, maar ook – cruciaal – economisch en politiek. Een zwaarlijvige effectbeoordeling die de Commissie deze week eveneens presenteert moet daarvoor als onderbouwing dienen. Juist de coronacrisis schept volgens de berekeningen van Brussel een uitgelezen kans vol in te zetten op groen herstel en duurzame investeringen. Omdat er via het nieuwe herstelfonds miljarden aan investeringen loskomen, maar ook omdat Europese lidstaten hebben afgesproken economische hervormingen door te voeren waarin de klimaattransitie een belangrijke rol moet spelen.
Miljarden in klimaatbeleid
Uiteraard moet in de praktijk blijken hoe groen de herstelplannen daadwerkelijk zijn. Maar zowel Frankrijk als Duitsland kondigde de afgelopen maanden al ambitieuze investeringspakketten aan waarin miljarden worden gestoken in klimaatbeleid. Vooral Duitsland wordt in Brussel gezien als cruciaal voor het slagen van de groene ambities. Begin dit jaar ontbrak de Duitse handtekening nog onder een brief van twaalf lidstaten (waaronder Nederland) die om een reductiedoel van 55 procent voor 2030 vroegen. Maar inmiddels steunt ook bondskanselier Angela Merkel dat doel expliciet. Als voorzittend EU-land kan Duitsland komend half jaar in de onderhandelingen invloed uitoefenen.
Tegelijk is er ook vrees dat groene ambities makkelijk buitenspel komen te staan als de economische recessie de komende maanden en jaren echt voelbaar wordt. Tekenend was de verklaring van de Tsjechische premier Andrej Babiš, die – nog voor de pandemie Europa half maart in zijn greep kreeg – opriep alle groene doelen voorlopig overboord te gooien om de coronacrisis te kunnen bestrijden. In juli riepen zes Midden-Europese lidstaten waaronder Polen en Hongarije Timmermans op met een ‘realistische doelstelling’ te komen en te voorkomen dat een „extra last voor de zwakste en armste Europeanen” ontstaat.
Zowel klimaatorganisaties als groene politici vinden het doel juist niet ver genoeg gaan. Zij pleiten voor een snellere reductie, tot 60 of 65 procent in 2030. Ook de milieucommissie van het Europees Parlement stemde vorige week voor een reductie van 60 procent.
Het deze week aangekondigde ‘tussendoel’ wordt toegevoegd aan de klimaatwet die de Commissie in maart van dit jaar al presenteerde en waarin het doel van een klimaatneutrale EU in 2050 juridisch is vastgelegd. Ook over die wet moet nog onderhandeld worden, tussen de lidstaten onderling en het Europees Parlement. Maar dat het er nog altijd op lijkt dat de wet vóór het einde van dit jaar aangenomen wordt, duidt erop dat corona de Europese klimaatplannen vooralsnog weinig heeft gehinderd.
klik hier voor het originele artikel